ECLI:NL:ORBBNAA:1985:BS1124

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
12 december 1985
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1985-013
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.G.A. Molenaar
  • H. Warnink
  • A.P.M. Houtman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auto voor woon-werkverkeer geen verwervingskosten

Op 12 december 1985 heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde D, in beroep ging tegen een ongedateerde beschikking van de Inspecteur der Belastingen. Deze beschikking betrof een bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aan hem opgelegde aanslag in de Inkomstenbelasting over het jaar 1981. Belanghebbende stelde dat de aanslag moest worden vastgesteld op basis van een zuiver inkomen van f. 39.832,- en voerde aan dat de kosten voor woon-werkverkeer, ten bedrage van f. 6.160,-, niet in aanmerking waren genomen door de Inspecteur.

Tijdens de zitting op 24 september 1985 werd het verweer van de Inspecteur besproken, evenals de argumenten van belanghebbende, die zich baseerde op eerdere arresten van de Hoge Raad. De Raad overwoog dat de onderwerpelijke beschikking van de Inspecteur niet van een dagtekening was voorzien, waardoor belanghebbende tijdig in beroep was gekomen. De Raad verwierp de grief van belanghebbende, waarbij werd gesteld dat de kosten voor het houden van een auto op de Nederlandse Antillen, en met name op Curaçao, tot het persoonlijk levenspatroon van de belastingplichtige behoren. De Raad concludeerde dat de kosten voor woon-werkverkeer niet als verwervingskosten konden worden aangemerkt volgens artikel 9 van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943, zelfs niet bij een afstand van meer dan 10 km van de werkplek. De Raad bevestigde de beschikking van de Inspecteur, waarmee de aanslag in stand bleef.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
12 december 1985
1985-013
Gezien het op 21 maart 1985 bij de Secretaris van de Raad ingekomen beroepschrift van B, wonende <> op Curaçao, gemachtigde, blijkens schriftelijke volmacht: D, gericht tegen de ongedateerde beschikking van de Inspecteur der Belastingen op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aan het over het jaar 1981 opgelegde aanslag in de Inkomstenbelasting, ertoe strekkende, naar Wij belanghebbende begrijpen, de vorenbedoelde beschikking van de Inspecteur te vernietigen en de aanslag vast te stellen op basis van een zuiver inkomen van belanghebbende over het jaar 1981 van f. 39.832,-;
Gezien het vertoogschrift van de Inspecteur;
Gezien de overige stukken;
Gelet op het verhandelde ter zitting van de Raad van 24 september 1985, alwaar aanwezig waren de gemachtigde va belanghebbende alsmede de Inspecteur;
OVERWEGENDE:
Nu de onderwerpelijke beschikking van de Inspecteur niet van een dagtekening is voorzien, gaat de Raad er van uit, dat belanghebbende tijdig in beroep is gekomen, zodat hij daarin kan worden ontvangen.
De grief van belanghebbende tegen de door de Inspecteur bij zijn onderwerpelijke beschikking genomen beslissing is, dat geen rekening is gehouden met de in het onderhavige jaar door belanghebbende gemaakte kosten woon-werk verkeer ten bedrage van f. 6.160,-.
Ter ondersteuning van zijn grief voert belanghebbende onder verwijzing naar een aantal arresten van de Hoge Raad ( HR 5 oktober 1952 B9286 en HR november 1977, BNB 1978/7) aan, dat de door hem gemaakte autokosten woon-werk verkeer zijn te beschouwen als kosten welke met uitschakeling van alle persoonlijke omstandigheden door ieder uit hoofde van zijn dienstbetrekking moeten worden gemaakt.
Daarbij merkt belanghebbende op, dat de uitspraak van de Raad 10/84 in deze niet van toepassing is omdat:
1. het inkomen van belanghebbende aanzienlijk ..ger was dan dat van betrokkene in vorenbedoelde zaak.
2. de kosten beduidend hoger liggen.
3. de afstand woning-werk aanzienlijk meer bedraagt dan 10 km.
De Inspecteur heeft de stellingen van belanghebbende bestreden als weergegeven in zijn verweerschrift.
Naar het oordeel van de Raad dien het standpunt van belanghebbende te worden verworpen.
Op de Nederlandse Antillen en meer in het bijzonder op Curaçao behoort in het algemeen het houden van een auto tot het persoonlijk levenspatroon van de gemiddelde belastingplichtige, zodat de aanschaf van een (eerste of tweede) auto niet is te beschouwen als noodzakelijk voor een behoorlijke vervulling van zijn dienstbetrekking als door belanghebbende gesteld, weshalve kosten als de onderhavige dienen te worden gerekend tot de normale, aan het leven van de belastingplichtigen als belanghebbende, verbonden vervoerskosten welke niet kunnen worden aangemerkt als kosten van verwerving in de zin van artikel 9 van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 (P.B. 1956 no. 9) als gewijzigd, zelfs indien belanghebbende op een afstand van meer dan 10 km. van zijn werk woonachtig is, nu belanghebbende weliswaar gesteld heeft, dat hij gedwongen was op een grotere afstand van zijn werk te gaan wonen, omdat belanghebbende in de omgeving van zijn werk geen (betaalbare) woning kon vinden, doch deze blote stelling op geen enkele wijze heeft onderbouwd.
BESCHIKKEND:
Bevestigt de beschikking, waarvan beroep.
mrs. J.G.A. Molenaar, H. Warnink en A.P.M. Houtman