ECLI:NL:ORBBNAA:1985:BS1100

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
12 december 1985
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1985-012
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.G.A. Molenaar
  • K. Warnink
  • A.P.M. Houtman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beschikking Inspecteur der Belastingen inzake inkomstenbelasting en verwervingskosten

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 12 december 1985 uitspraak gedaan over een beroep van een belastingplichtige tegen een beschikking van de Inspecteur der Belastingen op Curaçao. De belanghebbende stelde dat de Inspecteur ten onrechte geen rekening had gehouden met bepaalde kosten van verwerving, waaronder kosten voor woon-werkverkeer en afschrijvingen op onroerend goed. De belanghebbende voerde aan dat de autokosten voor woon-werkverkeer als verwervingskosten moesten worden aangemerkt, omdat deze noodzakelijk waren voor de vervulling van zijn dienstbetrekking. De Raad oordeelde echter dat de kosten van het houden van een auto in het algemeen tot het persoonlijk levenspatroon van de belastingplichtige behoren en niet als verwervingskosten kunnen worden aangemerkt. Daarnaast werd de afschrijvingsbasis van het onroerend goed besproken. De Raad concludeerde dat de gebruikswaarde van het onroerend goed door verhuur afneemt en dat afschrijvingen als kosten van verwerving in aanmerking moeten worden genomen, maar dat er ook een restwaarde aan het onroerend goed moet worden toegekend. De kosten voor de vervanging van een defecte inbouwkoelkast werden wel als kosten van verwerving erkend. Uiteindelijk vernietigde de Raad de beschikking van de Inspecteur en verminderde de aanslag tot een naar een zuiver inkomen van Naf. 35.488,-.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
12 december 1985
1985-012
Gezien het op 21 maart 1985 bij de Secretaris van de Raad ingekómen beroepschrift van D, wonende <> op Curaçao (hierna te noemen: belanghebbende), gericht tegen de beschikking van de Inspecteur der Belastingen op Curaçao d.d. 11 januari 1985 op het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift tegen de aan hem, belanghebbende, over het jaar 1983 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting, er toe strekkend, naar de Raad belanghebbende begrijpt, de onderwerpelijke beschikking van de Inspecteur te vernietigen en de aanslag te verminderen tot een naar een zuiver inkomen ten bedrage van f. 33.121,-;
Gezien het vertoogschrift van de Inspecteur alsmede het daartegen gevoerde verweer van de kant van belanghebbende;
Gezien de overige stukken;
Gelet op het verhandelde ter zitting van de Raad van 24 september 1985, alwaar zijn verschenen belanghebbende en de Inspecteur;
OVERWEGENDE:
Belanghebbende is tijdig en op de voorgeschreven wijze in beroep gekomen, zodat hij in dat beroep kan worden ontvangen.
Belanghebbende is van de onderwerpelijke beschikking van de Inspecteur in beroep gekomen stellende, dat de Inspecteur ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de volgende kosten van verwerving:
kosten van woon-werk verkeer ten bedrage van f. 1.200,-.
kosten in verband met de verbreking van de dienstbetrekking van belanghebbende in Nederland ten bedrage van f. 1.048,-.
Voort stelt belanghebbende, dat de Inspecteur ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de afschrijving op een aan belanghebbende in eigendom toebehorend onroerend - in Nederland gelegen - goed, dat door belanghebbende is verhuurd alsmede met het vervangen van een in dat onroerend goed zich bevindend koelkast, waarmee de volgende bedragen zijn gemoeid Nedf. 4.000,- respectievelijk Nedf. 1.025,-.
Uiteindelijk heeft belanghebbende zijn bezwaar tegen het niet in aanmerking nemen van de kosten van verbreking van de dienstbetrekking in Nederland laten vallen, nu uit het vertoogschrift van de Inspecteur blijkt dat deze daar wel rekening mee gehouden heeft, zij het - door een andere omrekenkoers Nederlands – Nederlands-Antilliaans courant aan te houden dan belanghebbende - tot een lager bedrag.
Ter ondersteuning van zijn (uiteindelijke) bezwaren tegen de onderwerpelijke aanslag voert belanghebbende aan:
I <u>ten aanzien van het woon-werk verkeer:</u>
Onder verwijzing naar een tweetal arresten van de Hoge Raad (HR 15 oktober 1952, B9286 en HR 30 november 1977, BNB 1978/7) voert belanghebbende aan, dat de door hem gemaakte autokosten met betrekking tot het woon-werk verkeer zijn te beschouwen als kosten, welke met uitschakeling van alle persoonlijke omstandigheden door ieder uit hoofde van de aard van de dienstbetrekking gemaakt moeten worden en derhalve dienen te worden aangemerkt als verwervingskosten; volgens belanghebbende eist zijn dienstbetrekking mobiliteit in die zin, dat hij in zijn functie bij de Landsaccountantsdienst ieder moment van de dag dient te beschikken over vervoer, daar boekenonderzoeken en besprekingen met Landsdiensten verspreid over Curaçao plaats vinden. Een en ander ontneemt belanghebbende de mogelijkheid van het openbaar vervoer gebruik te maken dan wel met collegae mee te reizen.
Voorts wijst belanghebbende erop, dat hij ter financiering van een personenauto een lening van zijn werkgever heeft gekregen.
II <u>ten aanzien van de afschrijving onroerend goed:</u>
Vast staat, aldus belanghebbende, dat de gebruikswaarde van het onroerend goed door verhuur wordt verminderd. In verband met die vermindering dient de opbrengst van het onroerend goed te worden, verminderd met de afschrijvingen, welke door belanghebbende als volgt zijn berekend:
Afschrijving onroerend goed
Over welk bedrag volgens belanghebbende dient te worden afgeschreven 2% per jaar of te wel Nfl. 4.000,- is gelijk aan Nafl. 2.640,-.
III <u>ten aanzien van het onderhoud onroerend goed:</u>
De in het onroerend goed geplaatste (inbouw-)koelkast is defect geraakt en diende te worden vervangen door een nieuwe koelkast, daar reparatie van de defecte koelkast niet mogelijk bleek. De kosten van die nieuwe koelkast bedroegen Nfl. 1.025,-.
De Inspecteur heeft de stellingen van belanghebbende bestreden als weergegeven in zijn vertoogschrift, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
<u>ad I.</u>
Op de Nederlandse Antillen, en meer in het bijzonder op Curaçao behoort in het algemeen het houden van een auto tot het persoonlijk levenspatroon van de gemiddelde belastingplichtige als belanghebbende, zodat de aanschaf van een (eerste of tweede) auto, zelfs indien voor de financiering van die auto gelden ter beschikking worden gesteld door de werkgever, niet is te beschouwen als noodzakelijk voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking als door belanghebbende gesteld, weshalve kosten als de onderhavige dienen te worden gerekend tot de normale, aan het leven van de belastingplichtigen als belanghebbende verbonden vervoerskosten, welke niet kunnen worden aangemerkt als kosten van verwerving in de zin van artikel 9 van de Landsverordening Inkomstenbelasting 1943 (P.B. 1956 no. 9 als gewijzigd). Indien belanghebbende, anders dan in het woon-werk verkeer, zijn auto heeft gebruikt voor een behoorlijke vervulling van zijn dienstbetrekking, dan zijn die kosten aan te merken als kosten van verwerving als hiervoor bedoeld, doch belanghebbende heeft niets gesteld omtrent de omvang van die kosten noch ook is de Raad daaromtrent iets gebleken
Uit het vorenoverwogene volgt, dat de door belanghebbende gestelde kosten van verwerving dienen te worden verworpen.
<u>ad II</u>
Anders dan de Inspecteur is de Raad, met belanghebbende, van oordeel, dat door verhuur van een onroerend goed de gebruikswaarde van dat goed in de loop der tijd afneemt, hetgeen tot uitdrukking wordt gebracht middels afschrijving op de waarde van dat goed, welke afschrijving dient te worden aangemerkt als een op de opbrengst rustende last van dat goed in de zin van artikel 9 van vorenbedoelde Landsverordening (vgl. aantekening 90 op artikel 35 Wet op de Inkomstenbelasting (Nederland), losbladige serie Kluwer).
De Raad kan zich evenwel niet verenigen met de door belanghebbende aangehouden afschrijvingsbasis: naar het oordeel van de Raad dient ook aan het onderwerpelijke onroerend goed een restwaarde te worden toegekend, welke de Raad ex aequo et bono zal stellen op Nfl. 50.000,-. Op basis van een restwaarde als hiervoor bedoeld, dient de volgende afschrijving als kosten van verwerving in aanmerking te worden genomen:
2% van Nfl. 150.000,- is gelijk Nfl. 3.000 is Naf. 1.879,- met welk bedrag het inkomen van belanghebbende dient te worden verminderd.
<u>ad III.</u>
Met belanghebbende is de Raad van oordeel, dat een inbouwkoelkast naar de huidige verkeersopvattingen dient te worden beschouwd tot het wezen van het onderwerpelijk verhuurde goed, zodat deze kan worden beschouwd als een van de samenstellende delen daarvan; indien een dergelijke koelkast dient te worden vervangen wegens het onherstelbaar defect raken,
dan dienen de vervangingskosten als kosten van verwerving te worden beschouwd. Die kosten hebben bedragen Nfl. 1.025,- à 0,6264 is gelijk Naf.. 642,-.
Op grond van het vorenoverwogene volgt, dat de beschikking van de Inspecteur niet in stand kan blijven en dient te worden vernietigd en dat de aanslag dient te worden verminderd als na te melden.
BESLISSENDE:
Vernietigt de beschikking van de Inspecteur.
Vermindert de aanslag tot een naar een zuiver inkomen van Naf. 35.488,-.
mrs. J.G.A. Molenaar, K. Warnink en A.P.M. Houtman