ECLI:NL:ORBBNAA:1985:BS1091
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G.A. Molenaar
- H. Warnink
- A.P.J. Houtman
- Rechtspraak.nl
Huurwaarde en navorderingsaanslag inkomstenbelasting op Curaçao
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 12 juni 1985, staat de huurwaarde van een woning op Curaçao centraal. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1981, opgelegd door de Inspecteur. De appellant, aangeduid als N, heeft betoogd dat de Inspecteur een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd bij het bepalen van de huurwaarde. N stelt dat de stichtingskosten van de woning minder dan fl. 100.000,- bedragen, waardoor de huurcommissieregeling van toepassing is. Volgens deze regeling moet de huurwaarde worden vastgesteld op basis van de huurprijs die volgens de regeling voor de woning zou gelden, en niet op basis van de huurprijs die in het economisch verkeer zou kunnen worden verkregen.
De Raad heeft de argumenten van N in overweging genomen en vastgesteld dat, hoewel het op Curaçao gebruikelijk is dat huurprijzen hoger zijn dan de door de Huurcommissie vastgestelde prijzen, er geen wettelijke bepaling is die dit rechtvaardigt. De Raad concludeert dat het in het belang van de rechtszekerheid is om aansluiting te zoeken bij de huurcommissieregeling, tenzij er evident bewijs is dat deze regeling niet wordt nageleefd. In dit geval is voldoende aangetoond dat de regeling in feite wordt nageleefd.
Daarom heeft de Raad besloten de navorderingsaanslag te vernietigen en deze te verminderen tot een zuiver inkomen van fl. 82.689,-. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de huurcommissieregeling bij het bepalen van de huurwaarde voor belastingdoeleinden.