Uitspraak
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr 1951)
RAAD VAN BEROEP
[appellante],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Regering van Curaçao tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken. De appellante, werkzaam bij het Bevolkingsregister, had een verzoek ingediend om schadevergoeding na een strafrechtelijke vervolging wegens vermeende fraude. De afwijzing van dit verzoek door de Regering werd door het Gerecht ongegrond verklaard, waarna de appellante in hoger beroep ging. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 5 september 2018.
De appellante had schade geclaimd voor onder andere 30 dagen detentie, immateriële schade, juridische bijstandskosten en vervallen vakantiedagen. De Raad oordeelde dat de schade niet toe te rekenen was aan de Regering, aangezien de strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie losstond van enig handelen van de Regering als werkgever. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep.
De Raad concludeerde dat de eerste drie schadeposten uitsluitend het gevolg waren van de strafrechtelijke vervolging en dat de appellante niet had aangetoond dat de vervallen vakantiedagen het gevolg waren van de ontzegging van toegang tot haar werkplek. De uitspraak van het Gerecht werd bevestigd, en de zaak werd afgesloten zonder verdere kosten voor de appellante.