ECLI:NL:ORBBACM:2015:64

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 januari 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2019
Zaaknummer
2012/55740
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van boetes wegens niet tijdig indienen van aangiften inkomstenbelasting en administratieve problemen

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 30 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur. De belanghebbende had boeten opgelegd gekregen van NAf 250 voor het jaar 2008 en NAf 500 voor het jaar 2009 wegens het niet tijdig indienen van zijn aangiften inkomstenbelasting. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze boeten, maar de Inspecteur heeft de boeten gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende op 6 november 2013 beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 14 november 2014 in Willemstad, waar de belanghebbende en een vertegenwoordiger van de Inspecteur aanwezig waren, is het geschil besproken. De belanghebbende heeft aangevoerd dat zijn belastingschuld steeds verder oploopt en dat hij deze nooit kan betalen. De Inspecteur heeft echter gesteld dat de belanghebbende contact moet opnemen met de Ontvanger.

De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende zijn aangiften voor de jaren 2008 en 2009 niet op tijd heeft ingediend, wat in strijd is met artikel 8 van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen. De opgelegde boetes zijn in overeenstemming met het beleid zoals gepubliceerd in de Ministeriële beschikking administratieve boeten. De Raad heeft geoordeeld dat administratieve problemen in verband met de rechtsvorm van de onderneming van de belanghebbende geen geldig excuus vormen voor het niet tijdig indienen van de aangiften. De Raad heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard.

Uitspraak

Beschikking d.d. 30 januari 2015, nr. 2012/55740.
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curaçao,
inzake: [belanghebbende],
tegen
[de Inspecteur].

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende zijn boeten van NAf 250 (2008) en NAf 500 (2009) opgelegd wegens het niet tijdig doen van de aangiften inkomstenbelasting voor de jaren 2008 en 2009.
1.2
Belanghebbende is in bezwaar gekomen tegen de boeten. Voor zover er uitspraak op bezwaar is gedaan, heeft de Inspecteur de boeten gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 6 november 2013 in beroep gekomen.
1.4.
De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend.
1.5.
Ter zitting van 14 november 2014 te Willemstad zijn verschenen belanghebbende en namens de Inspecteur [A].

2.De tussen partijen vaststaande feiten

21 Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door een van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2.
Belanghebbende exploiteerde een eenmanszaak die later is ingebracht in een besloten vennootschap. Daarbij zijn fiscale problemen ontstaan doordat de administratie niet op orde was. De BV heeft het aan belanghebbende toegezegde salaris niet betaald. Belanghebbende heeft nu grote belastingschulden.

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil of de boeten terecht zijn opgelegd.

4.De standpunten van partijen

4.1
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2
Belanghebbende stelt dat zijn belastingschuld alsmaar oploopt en dat hij dat nooit kan betalen.
4.3
De Inspecteur stelt dat belanghebbende contact moet opnemen met de Ontvanger.

5.Beoordeling van het geschil

5.1
Belanghebbende betwist niet dat hij zijn aangiften inkomstenbelasting voor de jaren 2008 en 2009 niet op tijd heeft ingediend. Artikel 8 Algemene Landsverordening Landsbelastingen bepaalt dat het niet tijdig doen van aangifte een verzuim is waarvoor een boete kan worden opgelegd van maximaal NAf 2.500.
5.2
De Inspecteur heeft een boete opgelegd van NAf 250 voor 2008 en NAf 500 voor 2009. Dat is in overeenstemming met het beleid zoals dat is gepubliceerd in de Ministeriele beschikking administratieve boeten.
5.3
Belanghebbende is verplicht aangifte inkomstenbelasting te doen als aan hem een aangiftebiljet wordt uitgereikt. Administratieve problemen in verband met de rechtsvorm van zijn onderneming zijn geen geldig excuus voor het niet tijdig doen van de aangiften. De Raad acht de opgelegde boeten passend en geboden.
5.4
Uit het hiervoor overwogene volgt dat het beroep ongegrond is.

6.Beslissing

De Raad verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. S. Verheijen, voorzitter, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris mr. B. Jussen en uitgesproken in het openbaar op 30 januari 2015.