Uitspraak
zitting houdende in Sint Maarten,
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een aanslag inkomstenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd voor het jaar 2010. De inspecteur heeft de aanslag gebaseerd op een belastbaar inkomen van NAf 30.456, waarbij hij zowel het ouderdomspensioen van de belanghebbende als het brutoloon van haar werkgever heeft meegerekend. De belanghebbende, die 63 jaar oud was en een ouderdomspensioen van NAf 10.992 ontving, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, omdat zij stelde dat zij niet in vaste dienst was bij haar werkgever, St. Maarten Port Services N.V., maar op oproepbasis werkte.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de belanghebbende in 2010 slechts een brutoloon van NAf 5.970,24 heeft verdiend, in tegenstelling tot de door de inspecteur aangenomen NAf 19.464. De Raad oordeelde dat de loonbelastingkaart van de werkgever de juiste gegevens bevatte en dat de inspecteur onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de belanghebbende twee dienstbetrekkingen had. De Raad concludeerde dat het belastbaar inkomen van de belanghebbende moest worden verminderd tot NAf 16.962.
De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere beschikking en stelde de aanslag inkomstenbelasting vast op het nieuwe belastbare inkomen. De uitspraak werd gedaan in raadkamer door de rechters S. Verheijen, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren, en werd openbaar uitgesproken op 17 februari 2015.