In deze zaak gaat het om een beroep van X B.V., gevestigd in Curaçao, tegen een naheffingsaanslag met boete die is opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte winstbelasting voor het jaar 2011. De belanghebbende heeft de aangifte niet binnen de gestelde termijn ingediend, wat leidde tot een boete. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 27 november 2015 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat de opgelegde boete niet in stand kan blijven. Volgens artikel 18, lid 2 van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL) kan een boete worden opgelegd als de aangifte niet binnen de termijn van artikel 8, lid 2 is gedaan. Echter, deze termijn geldt niet voor de winstbelasting; voor deze belasting geldt de termijn van artikel 15 ALL. In 2011 was er geen wettelijke basis voor het opleggen van een boete voor het overschrijden van de termijn voor de winstbelasting. De Raad concludeert dat de boete onterecht is opgelegd en verklaart het beroep gegrond, waarbij de beschikking en de boetebeschikking worden vernietigd.