Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De tussen partijen vaststaande feiten
1.81
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van rente op persoonlijke leningen door een belanghebbende die woont in het Franse deel van Sint Maarten, maar werkzaam is in het Nederlandse deel. De belanghebbende heeft een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2011 ontvangen, waartegen zij bezwaar heeft aangetekend. De inspecteur heeft de aanslag gehandhaafd, wat leidde tot beroep bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende een deel van de rente op een persoonlijke lening kan aftrekken, omdat deze lening verband houdt met haar hoofdverblijf. De Raad oordeelt dat de inspecteur ten onrechte heeft gesteld dat alleen hypothecaire leningen in aanmerking komen voor renteaftrek. De belanghebbende heeft aangetoond dat de lening is aangegaan voor herstel van haar woning na een orkaan. De Raad heeft de inspecteur in het ongelijk gesteld en de aanslag verminderd, waardoor het belastbaar inkomen van de belanghebbende is verlaagd. De Raad heeft ook geoordeeld dat de inspecteur geen vertrouwen heeft gewekt dat de renteaftrek geaccepteerd zou worden, wat de belanghebbende niet heeft kunnen bewijzen. De uitspraak van de Raad is gedaan op 7 december 2015.