ECLI:NL:ORBBACM:2015:32

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 maart 2015
Publicatiedatum
7 oktober 2015
Zaaknummer
2013/64359
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen beschikking ex-patriates Sint Maarten

In deze zaak gaat het om een beschikking die is gegeven aan het Ministerie van Algemene Zaken te Sint Maarten, waarbij de beschikking betrekking heeft op de aanstelling van een werknemer als ex-patriate. De beschikking is gedateerd op 4 oktober 2013 en betreft een verzoek om de werknemer aan te merken als ex-patriate met ingang van 1 oktober 2012. Het Ministerie heeft bezwaar aangetekend tegen de beschikking, maar de Inspecteur der Belastingen heeft dit bezwaar op 23 september 2014 afgewezen. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar en tegen de uitspraak op bezwaar zelf.

Tijdens de zitting op 26 november 2014 is de gemachtigde van de belanghebbende verschenen, evenals de vertegenwoordigers van de Inspecteur, mr. A en mr. B. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft vastgesteld dat de beschikking niet voor bezwaar en beroep vatbaar is, omdat de relevante wetgeving en de Beschikking ex-pats geen mogelijkheid voor bezwaar tegen de beslissing van de Inspecteur bieden. De Raad heeft geconcludeerd dat de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren.

De Raad heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing heeft directe gevolgen voor de hoogte van de loonbelasting die op het salaris van de werknemer wordt ingehouden. De Raad heeft geen proceskostenvergoeding, dwangsom of schadevergoeding vastgesteld, en heeft de uitspraak openbaar gedaan op 9 maart 2015.

Uitspraak

Beschikking d.d. 9 maart 2015, nr. 2013/64359
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Sint Maarten,
inzake:
Het Ministerie van Algemene Zaken te Sint Maarten, belanghebbende,
gemachtigde X
tegen
de Inspecteur der Belastingen

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 4 oktober 2013 een beschikking gegeven als bedoeld in de Beschikking ex-patriates Sint Maarten 2009, P.B. 2010/66 (Beschikking ex-pats).
1.2
Belanghebbende is op 9 oktober 2013 in bezwaar gekomen tegen de beschikking. Bij uitspraak op bezwaar gedagtekend 23 september 2014 heeft de Inspecteur de beschikking gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 26 augustus 2013 in beroep gekomen tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar en op 24 september 2014 tegen de uitspraak op bezwaar.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 26 november 2014 te Philipsburg zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbende en namens de Inspecteur mr. A en mr. B.

2.De tussen partijen vaststaande feiten

2.1
Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door één van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2
Belanghebbende heeft bij brief van 25 september 2012, ter inspectie ingekomen op 17 oktober 2012, verzocht om haar werknemer X (de gemachtigde, verder ook aangeduid als de werknemer) aan te merken als ex-patriate in de zin van de Beschikking ex-pats met ingang van 1 oktober 2012.
2.3
Belanghebbende heeft de werknemer vanuit Nederland aangetrokken als beleidsmedewerker op het Ministerie, ten behoeve van de opbouw van de ambtelijke organisatie van het Land Sint Maarten, met een contract voor 3 jaar.
2.4
De beschikking die is afgegeven vermeldt - voor zover in deze procedure van belang - dat de beschikking alleen van toepassing is op de werknemer voor zover hij conform het contract als Senior Beleidsmedewerker bij de afdeling Y werkzaam is.

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur de beschikking mag beperken tot de werkzaamheden van de werknemer als omschreven in 2.4.

4.De standpunten van partijen

4.1
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2
Belanghebbende stelt dat de Inspecteur geen andere voorwaarden mag stellen dan volgen uit de wet en de Beschikking ex-pats zodat de beperking tot bepaalde werkzaamheden onjuist is.
4.3
De Inspecteur stelt dat in de beschikking terecht een beperking is aangebracht tot de huidige functie, omdat de toets of sprake is van schaarse deskundigheid staat of valt met de functie die de ex-patriate vervult omdat hij vanwege zijn schaarse deskundigheid voor een bepaalde functie wordt aangenomen. Volgens de Inspecteur moet bij wijziging van de dienstbetrekking van de werknemer bij dezelfde werkgever opnieuw worden getoetst of in die dienstbetrekking de schaarse deskundigheid wordt gebruikt.

5.Beoordeling van het geschil

5.1
Artikel 1, tweede lid, Landsverordening op het beroep in belastingzaken bepaalt dat de Raad uitspraak doet op beroepschriften inzake belastingen voor zover in de daartoe betrekkelijke algemene verordeningen beroep op de Raad is toegelaten. Artikel 31 van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (ALL) bepaalt dat tegen een ingevolge de ALL gedane uitspraak beroep bij de Raad kan worden ingesteld. Uit artikel 29 en 30 ALL volgt dat een ingevolge de ALL gedane uitspraak is een uitspraak op bezwaar tegen een belastingaanslag of tegen een ingevolge de ALL door de inspecteur genomen voor bezwaar vatbare beschikking.
5.2
Artikel 5 van de beschikking ex-pats bepaalt: “Op schriftelijk verzoek van de werkgever wordt de werknemer voor een periode van vijf jaar aangemerkt als ex-patriate in de zin van deze beschikking”. Noch in de Beschikking ex-pats, noch in enige algemene verordening is vermeld dat bezwaar openstaat tegen een beslissing van de Inspecteur op een verzoek als bedoeld in de Beschikking ex-pats. Die beslissing is dus niet een voor bezwaar vatbare beschikking. Derhalve kan tegen een dergelijke beslissing geen bezwaar worden gemaakt en is ook beroep op de Raad niet mogelijk.
5.3
Het voorgaande betekent niet dat de Raad geen toetsingsmogelijkheid heeft als het gaat om de Beschikking ex-pats. De beslissing van de inspecteur omtrent het van toepassing verklaren van de Beschikking ex-pats in individuele gevallen heeft immers directe gevolgen voor de hoogte van de op het salaris van de werknemer in te houden loonbelasting. De werknemer kan via bezwaar en beroep tegen de inhouding van loonbelasting of tegen de aanslag inkomstenbelasting opkomen tegen die beslissing, en de werkgever via bezwaar en beroep tegen de op aangifte afgedragen loonbelasting of een naheffingsaanslag ter zake. In beide gevallen kan van de uitspraak op bezwaar beroep worden ingesteld bij de Raad.
5.4
De bezwaren die belanghebbende heeft tegen de inhoud van de beslissing, kunnen pas in de toekomst gevolgen hebben voor de inhouding en afdracht van loonbelasting en kunnen dus ook pas dan aan het oordeel van de Raad worden onderworpen.
5.5
Nu geen sprake is van een voor bezwaar vatbare beschikking had de Inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren. De Raad zal de uitspraak vernietigen en doen wat de Inspecteur had moeten doen.
5.6
Uit het hiervoor overwogene volgt dat het beroep gegrond is en het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.
5.7
De Raad ziet geen grond voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding, dwangsom of schadevergoeding.

6.Beslissing

De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beschikking waarvan beroep en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan in raadkamer op 26 november 2014 door mrs. S. Verheijen, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren in tegenwoordigheid van de secretaris mr. N. Martines en uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2015.