ECLI:NL:ORBBACM:2015:26
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake grondbelasting en waarde bepaling van onroerend goed
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag in de grondbelasting voor het jaar 2011, opgelegd aan belanghebbende, die eigenaresse is van een woning in Curaçao. De aanslag is gebaseerd op de waarde van het onroerend goed, dat in 2007 is gebouwd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, omdat zij van mening is dat de waarde te hoog is vastgesteld en dat er geen aanslag kan worden opgelegd voor 2011, aangezien er geen wijziging in de legger heeft plaatsgevonden volgens de Grondbelastingverordening 1908. De Inspecteur heeft de waarde van het object vastgesteld op Naf. 900.000, maar belanghebbende stelt dat de waarde per 1 januari 2007 op ongeveer Naf. 800.000 moet worden bepaald.
Tijdens de zitting op 19 maart 2015 is de zaak behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de Inspecteur door een vertegenwoordiger. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft vastgesteld dat de Inspecteur per abuis geen aanslagen naar de 'waarde bebouwd' heeft opgelegd voor de jaren 2008 tot en met 2010, maar dat dit niet betekent dat de Inspecteur niet meer kon herzien. De Raad oordeelt dat de Inspecteur de bebouwde toestand van het object voor de heffing van grondbelasting in aanmerking mocht nemen voor het jaar 2011.
De Raad concludeert dat de waarde van het object per 1 januari 2008 op Naf. 850.000 moet worden vastgesteld, en verklaart het beroep van belanghebbende gedeeltelijk gegrond. De uitspraak van de Inspecteur wordt vernietigd en de aanslag wordt dienovereenkomstig verminderd.