Uitspraak
,gevestigd te Curaçao, belanghebbende,
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 31 augustus 2015 uitspraak gedaan over de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen opgelegd aan X N.V., gevestigd te Curaçao. De naheffingsaanslagen betroffen loonbelasting en premieheffing voor het jaar 2006, met een totaalbedrag van Naf. 2.639, Naf. 908 en Naf. 646, alsmede vergrijpboetes. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur heeft geen uitspraak gedaan, wat leidde tot beroep bij de Raad.
Tijdens de zitting op 20 maart 2015 is de gemachtigde van belanghebbende verschenen, samen met vertegenwoordigers van de Inspecteur. De Raad heeft vastgesteld dat de administratie van belanghebbende ernstige tekortkomingen vertoonde, waardoor de juiste vermogenstoestand en de rechten en verplichtingen niet duidelijk waren. De Raad oordeelde dat belanghebbende niet had voldaan aan de administratie- en bewaarplicht zoals voorgeschreven in artikel 43 van de Algemene Landsverordening landsbelastingen (ALL).
De Raad heeft de argumenten van belanghebbende, die stelde dat alle uitgaven zakelijk waren en dat er geen sprake was van verkapt loon, niet overtuigend geacht. De Raad concludeerde dat de Inspecteur terecht de naheffingsaanslagen had opgelegd en dat de boetebeschikkingen vernietigd dienden te worden. De uitspraak bevestigde dat de naheffingsaanslagen in stand blijven, terwijl de boetebeschikkingen gegrond verklaard werden en vernietigd.