Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
4.De standpunten van partijen
5.Beoordeling van het geschil
Burden en Burden). De belemmering van artikel 16A LIB is volgens belanghebbende disproportioneel.
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 31 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aftrekbaarheid van adoptiekosten in de inkomstenbelasting. De belanghebbende, een inwoner van Curaçao, had in 2010 een kind uit de Verenigde Staten geadopteerd en had kosten gemaakt ter hoogte van US$ 30.000 voor de adoptie, alsook reis- en verblijfkosten van Naf. 9.160. Hij bracht deze kosten in zijn aangifte voor het jaar 2010 in mindering op zijn belastbaar inkomen, maar de Inspecteur der Belastingen weigerde deze aftrek.
De belanghebbende stelde dat de adoptiekosten onder artikel 16A lid 1 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) als buitengewone lasten moesten worden aangemerkt. Hij voerde aan dat de wetgever de begrippen ziekte en invaliditeit niet beperkt had moeten opvatten en dat adoptiekosten daaronder moesten vallen. Daarnaast deed hij een beroep op het recht op eerbiediging van het gezinsleven zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM.
De Raad oordeelde dat adoptiekosten, zowel naar spraakgebruik als jurisprudentie, niet als uitgaven ter zake van ziekte of bevalling kunnen worden beschouwd. De Raad concludeerde dat de belastingwetgever zijn beoordelingsmarge niet had overschreden door adoptiekosten niet aftrekbaar te stellen. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de Raad benadrukte dat de beoordeling van de hardheidsclausule niet binnen zijn bevoegdheid viel, maar dat de belanghebbende zich hiervoor tot de Minister van Financiën moest wenden.