ECLI:NL:ORBBACM:2015:22
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Belastingplicht van een voetbalvereniging voor vastgoedbelasting en de toepassing van vrijstellingen onder de Belastingwet BES
In deze zaak gaat het om de belastingplicht van een voetbalvereniging voor de vastgoedbelasting, zoals geregeld in de Belastingwet BES. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 12 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanslagen vastgoedbelasting voor de jaren 2011, 2012 en 2013. De belastingplichtige, een voetbalvereniging gevestigd op Bonaire, had bezwaar aangetekend tegen de aanslagen die op 31 juli 2013 waren opgelegd. De vereniging stelde dat zij niet belastingplichtig was voor de vastgoedbelasting, omdat sportverenigingen volgens de wetgever niet als belastingplichtigen bedoeld zijn. Daarnaast werd betoogd dat, indien er geen vrijstelling voor sportverenigingen geldt, de vrijstelling van artikel 4.4 van de Belastingwet BES van toepassing zou moeten zijn, omdat de vereniging geen opbrengst uit de onroerende zaak geniet.
De Raad heeft vastgesteld dat de vereniging voor de jaren 2011 en 2012 niet tijdig in beroep was gekomen tegen de uitspraken op bezwaar, waardoor deze beroepen niet-ontvankelijk zijn verklaard. Voor het jaar 2013 oordeelde de Raad dat de vereniging op grond van artikel 4.2 van de Belastingwet BES belastingplichtig is, aangezien zij het genot van een onroerende zaak had. De Raad concludeerde dat er geen subjectieve vrijstellingen bestaan voor sportverenigingen en dat de vastgoedbelasting een forfaitaire heffing is, waarbij de werkelijke opbrengst niet relevant is. De Raad verklaarde de beroepen tegen de aanslagen vastgoedbelasting voor 2011 en 2012 niet ontvankelijk en het beroep tegen de aanslag vastgoedbelasting voor 2013 ongegrond.