ECLI:NL:ORBBACM:2015:20
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vastgoedbelasting en hoofdverblijf in Europees Nederland versus Bonaire
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag vastgoedbelasting voor het jaar 2013, opgelegd aan belanghebbende, die woonachtig is op Bonaire. De belanghebbende had in 2011 een kavel gekocht op Bonaire en in 2012 een woning laten bouwen, die medio januari 2013 officieel is opgeleverd. Tot de verkoop van hun woning in Europees Nederland op 29 november 2013, woonden belanghebbende en haar echtgenoot daar. Belanghebbende is per 3 december 2013 ingeschreven in het bevolkingsregister van Bonaire.
De belanghebbende stelt dat zij in het overgangsjaar 2013 recht had op twee hoofdverblijven, zowel in Europees Nederland als op Bonaire, en dat er een regeling zou moeten zijn die dit mogelijk maakt voor de vastgoedbelasting. De Inspecteur van de Belastingdienst Caribisch Nederland betwist dit en stelt dat er geen dergelijke regeling bestaat voor de vastgoedbelasting op Bonaire.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft de feiten en standpunten van beide partijen beoordeeld. De Raad concludeert dat het hoofdverblijf van belanghebbende op de peildatum 1 januari 2013 in Europees Nederland was en dat dit pas in december 2013 naar Bonaire is verlegd. Aangezien er in de Belastingwet BES geen voorziening is voor het tijdelijk aanhouden van twee hoofdverblijven, wordt het beroep van belanghebbende verworpen. De Raad verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de aanslag vastgoedbelasting.