ECLI:NL:ORBBACM:2015:1

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
20 april 2015
Zaaknummer
2009/66288
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslast en zorgvuldigheidsbeginsel in douanerecht bij vermis in entrepot

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van X N.V. tegen de Inspecteur der Belastingen, naar aanleiding van een uitnodiging tot betaling (UTB) van invoerrechten en accijns. De UTB, gedateerd op 24 september 2009, betrof een bedrag van Afl 5.613,30 aan invoerrechten en Afl 280.393,50 aan accijns op gedistilleerd. X N.V. kwam op 23 oktober 2009 in bezwaar tegen deze UTB, maar de Inspecteur handhaafde de UTB bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2013. Hierop volgde een beroep door X N.V. op 5 december 2013.

Tijdens de zitting op 18 november 2014 in Oranjestad, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar directeur en gemachtigde, werd de Inspecteur bijgestaan door mr. C, mr. H en mr. H. De gemachtigde van X N.V. voerde aan dat de Inspecteur in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel handelde door de administratie van een andere entrepothouder te raadplegen zonder X N.V. daarbij te betrekken. De Inspecteur stelde echter dat X N.V. op de hoogte was van haar verplichtingen met betrekking tot de administratie van de goederen in het entrepot.

De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelde dat X N.V. niet aan haar bewijslast voldeed om het geconstateerde vermis te ontzenuwen. De douane had vastgesteld dat goederen zonder geldige documenten en zonder betaling van invoerrechten uit het entrepot waren verdwenen. De Raad concludeerde dat de Inspecteur niet in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur had gehandeld door de UTB op te leggen en te handhaven. De Raad verklaarde het beroep van X N.V. ongegrond, omdat de administratieve en fysieke controle een vermis had geconstateerd, wat leidde tot de UTB.

Uitspraak

Beschikking d.d. 11 maart 2015, nr. 2009/66288
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Aruba,
inzake:
X N.V., te Aruba, belanghebbende,
Gemachtigde: M,
tegen
de Inspecteur der Belastingen

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 24 september 2009 een uitnodiging tot betaling (UTB) gedaan van Afl 5.613,30 aan invoerrechten en Afl 280.393,50 aan accijns op gedistilleerd.
1.2
Belanghebbende is op 23 oktober 2009 in bezwaar gekomen tegen de UTB. De Inspecteur heeft de UTB gehandhaafd bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2013.
1.3
Belanghebbende is op 5 december 2013 tijdig in beroep gekomen tegen deze uitspraak op bezwaar.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 18 november 2014 te Oranjestad zijn verschenen belanghebbende, vertegenwoordigd door haar directeur, de gemachtigde en de Inspecteur in de persoon van mr. C, vergezeld van mr. H en mr. H.
1.6
De gemachtigde heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd, waarvan de inhoud tot de gedingstukken wordt gerekend.

2.De tussen partijen vaststaande feiten

2.1
Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door één van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2
Belanghebbende exploiteert een douane entrepot (hierna: het entrepot).
Zij beschikt daarvoor over een entrepotvergunning. In de vergunning zijn voorwaarden opgenomen voor het gebruik van het entrepot. Met betrekking tot de goederenvoorraadadministratie is daarin onder III een specificatie opgenomen van de wijze waarop goederen die worden in- en uitgeslagen moeten worden geadministreerd. Dat dient te geschieden door per goederensoort naar volume de in- en uitslag te noteren, waarbij de in- en uitslag zijn gedekt door documenten.
2.3
Op 23 maart 2009 heeft de douane naar aanleiding van een ingesteld onderzoek belanghebbende gewezen op een geconstateerd vermis, zijnde uitslag uit het entrepot van goederen toebehorende aan Y N.V.), zonder geldige documenten en zonder betaling van invoerrechten.
2.4
Op 16 april 2009 is, na voorafgaande aankondiging, door douaneambtenaren inventaris genomen van de in het entrepot opgeslagen wijnen en gedistilleerd. Bij deze voorraadcontrole heeft de douane aan de hand van de administratieve gegevens van belanghebbende bepaald wat de voorraad goederen in het entrepot zou moeten zijn en vervolgens de fysiek aanwezige voorraad opgenomen en de uitkomsten van administratieve en fysieke controle vergeleken.
2.5
Bij brief van 26 augustus 2009 werd aan belanghebbende meegedeeld dat sprake was van vermis in haar entrepot en dat zij daarvoor aansprakelijk is.

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil of ten aanzien van de goederen waarop de UTB betrekking heeft zich een vermis voordoet en tevens of de Inspecteur door de UTB op te leggen en te handhaven heeft gehandeld in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel. Belanghebbende beantwoordt het eerste geschilpunt ontkennend en het tweede bevestigend, terwijl de Inspecteur die punten telkens in tegengestelde zin beantwoordt.

4.De standpunten van partijen

4.1
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat van vermis geen sprake is. De Inspecteur betoont
zich weigerachtig om het door belanghebbende geproduceerde materiaal dat zulks aantoont in ogenschouw te nemen, zoals een overzicht van alle in het entrepot opgeslagen containers met de daarbij uitgeslagen documenten. De Inspecteur handelt dusdoende tevens in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Door het voorraadverloop bij belanghebbende vast te stellen aan de hand van de administratie van Y N.V., zonder belanghebbende daarbij te betrekken, handelde de Inspecteur in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.
4.3
De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat belanghebbende meermalen, te beginnen met de bij
de vergunning gestelde voorwaarden voor het gebruik van het entrepot, op de hoogte is gesteld van haar verplichting om de in het entrepot gehouden goederen bij te houden per goederensoort en volume, waarbij in- en uitslag zijn gedekt door documenten. Zij handelt dus niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur door belanghebbende aan die voorwaarden te houden. Belanghebbende is, gedurende de hele bezwaarfase van ongeveer vier jaar, niet in staat geweest het bij de controle geconstateerde vermis te ontzenuwen. Er is getracht om via de entrepotadministratie van Y N.V. bevestiging te vinden voor de stelling van belanghebbende dat goederen zijn uitgeslagen naar dat entrepot, waarbij door toedoen van Y N.V. de daarop betrekking hebbende documenten ontbraken. Een en ander strekte tot vermindering van de betalingsverplichting van belanghebbende uit hoofde van de UTB en was derhalve geen handelen in strijd met de jegens belanghebbende bestuurlijk in acht te nemen zorgvuldigheid.

5.Beoordeling van het geschil

5.1
De Inspecteur heeft naar aanleiding van een ingestelde controle een UTB aan belanghebbende
doen uitgaan wegens vermis, zijnde uitslag zonder geldige documenten en zonder betaling van
verschuldigde rechten van goederen die volgens de administratie van belanghebbende aanwezig
zouden zijn in haar entrepot.
5.2
Belanghebbende bestrijdt dat het gestelde vermis zich voordoet. In wezen komt haar betoog hierop
neer dat haar administratie niet de werkelijke in het entrepot aanwezige voorraad weergaf, omdat
documenten (nog) niet zouden zijn verwerkt. Zij tracht op andere wijze dan haar bij de
entrepotvergunning werd voorgeschreven, te weten het administreren van de in het entrepot
gehouden goederen per goederensoort en volume, waarbij in- en uitslag zijn gedekt door
documenten, bewijs te leveren voor het door haar gestelde. Nog afgezien van het antwoord op de
vraag of het een entrepothouder vrijstaat bewijs te leveren van de in zijn entrepot gehouden
goederen op andere wijze dan in de in hem verleende vergunning is voorzien, is de Raad van
oordeel dat belanghebbende, op wie de last rust aannemelijk te maken wat de administratieve
voorraad van door haar in entrepot gehouden goederen op een bepaald moment is, in het op haar
rustende bewijs niet is geslaagd. Met name kan als zodanig bewijs niet gelden het
produceren van lijsten van opgeslagen containers met uitslaggetallen.
5.3
In zoverre belanghebbende stelt dat de Inspecteur met het uitbrengen van de UTB in strijd met de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld, kan de Raad haar daarin niet volgen.
Het bij de administratieve en fysieke controle geconstateerde vermis heeft geleid tot de UTB. Noch
het instellen van de controle, noch het ten grondslag leggen van het daarbij geconstateerde vermis
aan de uitgebrachte UTB levert strijd op met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dat de
Inspecteur, naar de Raad aannemelijk acht, ten faveure van belanghebbende, aan de hand van de
entrepotadministratie van Y N.V. heeft gecontroleerd of administratief niet
uitgeslagen goederen wellicht als bij Y N.V. ingeslagen waren geadministreerd, levert evenmin strijd
met voormelde beginselen op, in het bijzonder niet met het zorgvuldigheidsbeginsel.
5.4
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat het beroep ongegrond is.

6.Beslissing

De Raad verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan in raadkamer op 18 november 2014 door mrs. S. Verheijen, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren in tegenwoordigheid van de secretaris mr. L. Hoogenbergen en uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2015.