ECLI:NL:ORBBACM:2015:1
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- T. Groeneveld
- A. Beukers-van Dooren
- Rechtspraak.nl
Bewijslast en zorgvuldigheidsbeginsel in douanerecht bij vermis in entrepot
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van X N.V. tegen de Inspecteur der Belastingen, naar aanleiding van een uitnodiging tot betaling (UTB) van invoerrechten en accijns. De UTB, gedateerd op 24 september 2009, betrof een bedrag van Afl 5.613,30 aan invoerrechten en Afl 280.393,50 aan accijns op gedistilleerd. X N.V. kwam op 23 oktober 2009 in bezwaar tegen deze UTB, maar de Inspecteur handhaafde de UTB bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2013. Hierop volgde een beroep door X N.V. op 5 december 2013.
Tijdens de zitting op 18 november 2014 in Oranjestad, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar directeur en gemachtigde, werd de Inspecteur bijgestaan door mr. C, mr. H en mr. H. De gemachtigde van X N.V. voerde aan dat de Inspecteur in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel handelde door de administratie van een andere entrepothouder te raadplegen zonder X N.V. daarbij te betrekken. De Inspecteur stelde echter dat X N.V. op de hoogte was van haar verplichtingen met betrekking tot de administratie van de goederen in het entrepot.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelde dat X N.V. niet aan haar bewijslast voldeed om het geconstateerde vermis te ontzenuwen. De douane had vastgesteld dat goederen zonder geldige documenten en zonder betaling van invoerrechten uit het entrepot waren verdwenen. De Raad concludeerde dat de Inspecteur niet in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur had gehandeld door de UTB op te leggen en te handhaven. De Raad verklaarde het beroep van X N.V. ongegrond, omdat de administratieve en fysieke controle een vermis had geconstateerd, wat leidde tot de UTB.