ECLI:NL:ORBANAA:2007:BK3001
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken op 3 december 2007, is appellante, een ambtenaar wonende in Aruba, niet ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in ambtenarenzaken. Het beroep was ingesteld tegen de beschikking van de minister van Financiën en Economische Zaken, gedateerd 26 april 2007, die door het Gerecht op 3 oktober 2007 ongegrond was verklaard. Appellante had haar beroepschrift op 3 november 2007 gedateerd, maar dit werd pas op 5 november 2007 ter griffie ontvangen, wat buiten de wettelijke termijn viel.
De Raad van Beroep oordeelde dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift 30 dagen bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de uitspraak van het Gerecht. Aangezien appellante op de zitting van 3 oktober 2007 vertegenwoordigd was door haar gemachtigde, begon de termijn op 4 oktober 2007 en eindigde deze op 2 november 2007. Het beroepschrift was dus te laat ingediend, en de Raad kon niet aannemen dat het voor de deadline was verzonden, ondanks dat het op dezelfde datum was gedateerd.
De voorzitter van de Raad, mr. J.Th. Drop, verklaarde appellante niet ontvankelijk in haar beroep, met toepassing van artikel 107 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van verzet open, dat binnen 30 dagen na de uitspraak schriftelijk bij de Raad moet worden ingediend. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in ambtenarenrechtelijke procedures.