ECLI:NL:ORBANAA:2007:BK3001

Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
3 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
RvBAz 2007/71
Instantie
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift in ambtenarenrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken op 3 december 2007, is appellante, een ambtenaar wonende in Aruba, niet ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in ambtenarenzaken. Het beroep was ingesteld tegen de beschikking van de minister van Financiën en Economische Zaken, gedateerd 26 april 2007, die door het Gerecht op 3 oktober 2007 ongegrond was verklaard. Appellante had haar beroepschrift op 3 november 2007 gedateerd, maar dit werd pas op 5 november 2007 ter griffie ontvangen, wat buiten de wettelijke termijn viel.

De Raad van Beroep oordeelde dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift 30 dagen bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de uitspraak van het Gerecht. Aangezien appellante op de zitting van 3 oktober 2007 vertegenwoordigd was door haar gemachtigde, begon de termijn op 4 oktober 2007 en eindigde deze op 2 november 2007. Het beroepschrift was dus te laat ingediend, en de Raad kon niet aannemen dat het voor de deadline was verzonden, ondanks dat het op dezelfde datum was gedateerd.

De voorzitter van de Raad, mr. J.Th. Drop, verklaarde appellante niet ontvankelijk in haar beroep, met toepassing van artikel 107 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van verzet open, dat binnen 30 dagen na de uitspraak schriftelijk bij de Raad moet worden ingediend. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in ambtenarenrechtelijke procedures.

Uitspraak

3 december 2007
Zaaknr. RvBAz 2007/71
RAAD VAN BEROEP IN AMBTENARENZAKEN
Beschikking
In de zaak van:
[ambtenaar]
wonende in Aruba,
oorspronkelijk klaagster,
thans appellante,
gemachtigde mr. D.G. Kock,
tegen:
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA
zetelende te Aruba,
oorspronkelijk verweerder,
thans geïntimeerde.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1 Bij bezwaarschrift ter griffie van het Gerecht in ambtenarenzaken (het Gerecht) ontvangen op 25 mei 2007 hebben appellanten bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de minister van Financiën en Economische zaken d.d. 26 april 2007. Het Gerecht heeft het bezwaar bij uitspraak van 3 oktober 2007 ongegrond verklaard.
1.2 Hiertegen is door appellanten beroep ingesteld bij beroepschrift gedateerd 3 november 2007, dat op 5 november 2007 ter griffie van het Gerecht is ontvangen.
2. Ontvankelijkheid van het beroepschrift.
2.1 De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een uitspraak van het Gerecht in ambtenarenzaken bedraagt ingevolge artikel 98 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak 30 dagen. Indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, vangt deze termijn aan op de dag na de uitspraak. In andere gevallen vangt de termijn aan op de dag na verzending of terhandstelling van de uitspraak. Bij ontvangst van het beroepschrift na afloop van de beroepstermijn blijft gelet op vaste jurisprudentie van de Raad niet-ontvankelijkverklaring achterwege indien aannemelijk is dat het beroepschrift voor het einde van de termijn is verzonden.
2.2 Uit het audiëntieblad van de zitting van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 3 oktober 2007 blijkt dat appellante bij het doen van de uitspraak werd vertegenwoordigd door mr. Zeppenfeld. De termijn van 30 dagen voor het indienen van een beroepschrift begon daarom de dag erna, dus op 4 oktober 2007 en liep af op vrijdag 2 oktober 2007. Het beroepschrift is blijkens door de griffie van het Gerecht geplaatste ontvangststempels daar binnengekomen op 5 november 200. (Nu het beroepschrift op dezelfde datum is gedateerd is niet aannemelijk dat het voor die datum is verzonden).
2.3 Gelet hierop moeten appellante niet ontvankelijk worden verklaard in haar beroep. De voorzitter zal met toepassing van art. 107 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak uitspraak doen bij beschikking.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Raad van Beroep:
- verklaart appellante niet ontvankelijk in haar beroep.
Aldus gegeven door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en uitgesproken in het openbaar op *, in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtsmiddel: Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van verzet open dat binnen 30 dagen na het doen van de uitspraak dan wel toezending of terhandstelling schriftelijk bij de Raad dient te worden ingediend. Zie artikel 108 van de Landsverordening Ambtenarenrechtspraak.