ECLI:NL:ORBANAA:2007:BK2997
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- E.M.D. Angela
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- Rechtspraak.nl
Gelijkheidsbeginsel en studieverlof voor ambtenaren in Aruba
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken op 20 september 2007, staat het gelijkheidsbeginsel centraal in het kader van studieverlof voor ambtenaren. Appellant, een leerkracht aan het Colegio Educacion Profesional Intermedio in Aruba, had een verzoek ingediend voor een (gedeeltelijke) vrijstelling van dienst met behoud van salaris om rechten te studeren aan de Universiteit van Aruba. Dit verzoek werd door de Minister van Onderwijs, Sociale Zaken en Infrastructuur afgewezen, met de motivatie dat het gevraagde verlof niet in het belang van de dienst was. De Minister verwees naar beleidsregels die stellen dat studieverlof alleen kan worden verleend als het belang van de dienst niet in het gedrang komt.
Appellant stelde dat andere ambtenaren wel studieverlof hadden gekregen en dat de Minister de beleidsregels niet consequent toepaste. Hij voerde aan dat hij recht had op gelijke behandeling en dat de Minister een lijst moest overleggen van ambtenaren die wel studieverlof hadden gekregen. De Raad oordeelde echter dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd om zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel te onderbouwen. Hij had geen specifieke gevallen genoemd van andere docenten die studieverlof hadden gekregen, waardoor zijn argument niet kon worden geaccepteerd.
De Raad concludeerde dat de Minister het begrip 'dienst' terecht had beperkt tot het openbaar onderwijs en dat er geen reden was om gevallen buiten het openbaar onderwijs te onderzoeken. De Raad verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van de Minister om het verzoek om studieverlof af te wijzen werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij het inroepen van het gelijkheidsbeginsel in ambtenarenzaken.