In deze zaak heeft appellant, een ambtenaar werkzaam bij de Dienst Landmeetkunde en Vastgoedregistratie, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek door de gouverneur van Aruba. Appellant had verzocht om bevordering naar schaal 10, maar de gouverneur heeft dit verzoek afgewezen op basis van de functiewaardering, waaruit blijkt dat appellant de maximale waardering in zijn huidige schaal (schaal 9) heeft bereikt. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft de zaak behandeld op 28 februari 2025, waarbij appellant aanwezig was en de gouverneur vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. A.F.J. Caster.
De Raad heeft vastgesteld dat de afwijzing van het bevorderingsverzoek terecht was, omdat appellant in zijn functie van meetploegleider A de maximale waardering heeft bereikt. Het feit dat appellant naast zijn MTS-diploma Bouwkunde ook een MTS-diploma Landmeetkunde heeft behaald, werd niet als voldoende argument gezien voor een bevordering. De Raad concludeert dat de gouverneur zijn beslissing op juiste gronden heeft gebaseerd en dat er geen aanleiding is om de aangevallen uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken te herzien. De Raad bevestigt dan ook de eerdere uitspraak en wijst de proceskosten af.