Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
uitspraak
[appellant 1]
de Minister van Justitie van Sint Maarten
Inleiding
Beoordeling door de Raad
.De minister stelt zich in de kern op het standpunt dat het Gerecht terecht heeft geoordeeld dat het bezwaar van appellanten tegen de fictieve weigering niet-ontvankelijk is. Zoals ook op de zitting uiteen is gezet, moeten de brieven van 2 januari 2024 in verband gebracht worden met de correctieverzoeken van appellanten in maart 2023. Deze correctieverzoeken zagen op het door appellanten ontvangen plaatsingsaanbod. De minister heeft verder uiteengezet dat hij niet kan beslissen op de bevorderingsverzoeken omdat appellanten deze verzoeken in het kader van het plaatsingsaanbod hebben ingediend en niet met stukken nader hebben onderbouwd, zoals de minister hen had verzocht. Bovendien hebben appellanten de minister geen redelijke termijn gegund om te beslissen. De minister verzoekt de Raad de aangevallen uitspraak te bevestigen al dan niet met verbetering van gronden.
Beslissing
vernietigtde aangevallen uitspraak;
verklaarthet bezwaar tegen de fictieve weigeringen
gegrond;
draagtde minister
opbij de gouverneur te bespoedigen dat deze binnen twee maanden na dagtekening van deze uitspraak een landsbesluit over de bevorderingsverzoeken van appellanten neemt.
veroordeeltde minister van Justitie tot vergoeding van de proceskosten van appellanten in hoger beroep tot een bedrag van NAf 1.400,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand.