In deze zaak gaat het om de evenredigheid van een voorwaardelijk disciplinair ontslag van een ambtenaar, [betrokkene], die als beveiligingsmedewerker werkzaam was bij het Cuerpo Especial Arubano. De gouverneur van Aruba had haar op 25 mei 2022 een voorwaardelijk ontslag opgelegd, omdat zij op 20 april 2021 publiekelijk een video had geplaatst waarin zij aanmoedigde tot het overtreden van de drugswet. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken oordeelt dat de gouverneur in hoger beroep gelijk heeft, en dat [betrokkene] met haar uitlatingen de grenzen van het recht op vrije meningsuiting heeft overschreden. De Raad stelt vast dat, hoewel [betrokkene] als politica streeft naar legalisering van cannabis, zij als actieve ambtenaar niet op deze wijze haar standpunt had mogen uiten. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, die het bezwaar van [betrokkene] gegrond had verklaard, en verklaart het bezwaar ongegrond. De disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag blijft in stand.