Uitspraak
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La)
RAAD VAN BEROEP
Uitspraak
1. [appellant 1]
2. [appellant 2],
3. [appellant 3],
4. [appellant 4],
5. [appellant 5],
6. [appellant 6],
7. [appellant 7],
8. [appellant 8],
9. [appellant 9],
11 december 2023, AUA202301175, AUA202303623 tot en met AUA202303630 en AUA202303632 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de minister van Justitie en Sociale zaken,
Procesverloop
Overwegingen
4.1. Op grond van artikel 25 van de Lma kan de betrokken minister aan de ambtenaar, aan wie zodanige eisen gesteld worden dat zijn positie of taak een bijzonder karakter draagt, een in ieder bijzonder geval vast te stellen toelage toekennen.
a. personeel werkzaam bij bureau van een minister;
b. ambtenaren die naast hun eigenlijke functie andersoortige werkzaamheden verrichten die veel afwijken van de functie;
c. diensthoofden.
“De achterliggende gedachte is dat de eisen die een dergelijke situatie aan de ambtenaar worden gesteld niet inherent zijn aan de normale betrekking, waardoor deze niet zonder meer dwingend kunnen worden opgelegd en het derhalve billijk is dat tegenover de gestelde eisen een redelijke vergoeding staat.”.
Beslissing
vernietigtde aangevallen uitspraak;
verklaarthet bezwaar
gegrond;
vernietigtde beschikking van 14 februari 2023;
draagtde minister
opeen nieuw besluit te nemen op de aanvraag van appellanten, met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen;
veroordeeltde minister tot betaling van de proceskosten aan appellanten in bezwaar en hoger beroep tot een bedrag van Afl. 2.800,- geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
mr. M.A. Evertsz, leden, en uitgesproken in het openbaar op 23 september 2024 in aanwezigheid van de griffier.