In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 15 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep van de minister van Toerisme en Volksgezondheid. De minister had eerder een verzoek van [geïntimeerde], werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), om een maandelijkse schaarstetoelage van 15% van haar salaris afgewezen. Dit verzoek was gedaan op basis van de schaarstetoelageregeling, maar de minister stelde dat de SVB niet onder deze regeling valt. De minister had de afwijzing gemotiveerd door te stellen dat de directeur van de SVB de regeling zonder advies had geïnterpreteerd en toegepast, en dat er geen aanleiding was om de regeling uit te breiden naar andere overheidsinstanties.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken had de afwijzing van de minister echter vernietigd, omdat het van mening was dat de regeling niet op een wettelijke grondslag was gebaseerd en dat de rechterlijke toetsing beperkt was tot de consistentie van het beleid. De Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de minister gegrond verklaard en de aangevallen uitspraak vernietigd. De Raad oordeelde dat de minister de aanvraag van [geïntimeerde] in overeenstemming met het vastgestelde beleid had afgewezen, en dat de toekenning van de schaarstetoelage aan andere medewerkers van de SVB niet relevant was voor de beoordeling van het verzoek van [geïntimeerde]. De Raad heeft de beslissing van het Gerecht herroepen en het bezwaar van [geïntimeerde] ongegrond verklaard.