ECLI:NL:ORBAACM:2023:62

Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
AUA2022H00250
Instantie
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W.H. Bel
  • A.H.M. van de Leur
  • A.P. van der Pluijm-Vrede
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake afwijzing schaarstetoelage voor medewerker Sociale Verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 15 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek om schaarstetoelage door de minister van Toerisme en Volksgezondheid. De appellant, de minister, had eerder een verzoek van de geïntimeerde, een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), afgewezen. De medewerker had verzocht om een maandelijkse schaarstetoelage van 15% van zijn salaris, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014, op basis van de schaarstetoelageregeling. De minister stelde echter dat de SVB niet onder deze regeling valt en dat de directeur van de SVB onterecht schaarstetoelagen had toegekend aan andere medewerkers.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken had de afwijzing van de minister eerder vernietigd, omdat het niet gemotiveerd was waarom de functie van de geïntimeerde niet in aanmerking kwam voor de toelage. De Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de minister gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van het Gerecht vernietigd. De Raad oordeelde dat de minister de aanvraag van de geïntimeerde in overeenstemming met het beleid had afgewezen, aangezien de functies van SVB-medewerkers niet onder het beleid vallen. De Raad concludeerde dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat de toekenning door de directeur van de SVB niet relevant was voor deze zaak. De Raad heeft de uitspraak van het Gerecht vernietigd en het bezwaar van de geïntimeerde ongegrond verklaard.

Uitspraak

Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La)

Uitspraakdatum: 15 november 2023
Zaaknummer: AUA2022H00250

RAAD VAN BEROEP

IN AMBTENARENZAKEN
VAN ARUBA

Uitspraak

op het hoger beroep van:

De minister van Toerisme en Volksgezondheid,

appellant (hierna: de minister),
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia,
tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba (Gerecht) van
17 oktober 2022, AUA202102933 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de minister
en

[Geïntimeerde],

geïntimeerde (hierna: geïntimeerde),
gemachtigde: mr. H.F. Falconi, advocaat.

Procesverloop

De minister heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
[geïntimeerde] heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft het hoger beroep samen met de zaken AUA2022H00249 en AUA 2022H00251 behandeld op de zitting van 25 oktober 2023. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. [geïntimeerde] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1. [
Geïntimeerde] werkt sinds 1993 bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Hij heeft de minister op 7 augustus 2017 verzocht hem met ingang van 1 januari 2014 een maandelijkse schaarstetoelage toe te kennen ter hoogte van 15% van zijn salaris. Dit met toepassing van de schaarstetoelageregeling (regeling) zoals opgenomen in paragraaf 4.1.14 van het Handboek Rechtspositionele Regelingen Land Aruba 2009.
1.2. [
Geïntimeerde] heeft bij zijn verzoek onderkend dat de SVB niet in de regeling wordt genoemd als dienst waarvan medewerkers in een specifieke schaarse functie in aanmerking komen voor een schaarstetoelage. [geïntimeerde] beroept zich echter op het gelijkheidsbeginsel op de grond dat de directeur van de SVB schaarstetoelagen heeft toegekend aan een aantal bij de SVB werkzame medewerkers, die een vergelijkbare opleiding hebben als hijzelf.
1.3.
Met de beschikking van 3 september 2021 (bestreden beschikking) heeft de minister het verzoek van [geïntimeerde] om een schaarstetoelage afgewezen. Volgens de minister doet [geïntimeerde] tevergeefs een beroep op het gelijkheidsbeginsel. De directeur van de SVB heeft de regeling zonder advies gevraagd te hebben, naar eigen inzicht geïnterpreteerd en toegepast. Het was niet juist dat de directeur een aantal medewerkers van de SVB in aanmerking heeft gebracht voor een schaarstetoelage. De minister ziet geen aanleiding de regeling uit te breiden naar andere overheidsinstanties, zoals de SVB.
2. Met de aangevallen uitspraak heeft het Gerecht het bezwaar van [geïntimeerde] tegen de bestreden beschikking gegrond verklaard. Het Gerecht overweegt dat de regeling niet is gebaseerd op een wettelijke grondslag maar op buitenwettelijk begunstigend beleid. De rechterlijke toetsing van dit beleid is beperkt tot de vraag of het consistent is toegepast. Die vraag kan het Gerecht niet beantwoorden. In de bestreden beschikking is namelijk niet gemotiveerd waarom de functie van de [geïntimeerde], anders dan andere functies bij de SVB, niet in aanmerking komt voor de gevraagde toelage.. Het Gerecht heeft op die grond de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de minister een nieuwe beslissing op het verzoek van de [geïntimeerde] moet nemen met in achtneming van wat het Gerecht heeft overwogen.
3.1.
De minister heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij de regeling consistent heeft toegepast omdat [geïntimeerde] op grond van het daaraan ten grondslag liggende beleid niet in aanmerking komt voor een schaarstetoelage. De toekenning van de schaarstetoelage door de directeur van de SVB was niet correct.
3.2 [
geïntimeerde] betwist dat de regeling consistent wordt toegepast. Binnen de SVB worden gelijke gevallen ongelijk behandeld. Hij handhaaft zijn standpunt dat hij voldoet aan alle vereisten van de schaarstetoelage en dat hij net als een aantal andere medewerkers van de SVB in aanmerking moet worden gebracht voor een schaarstetoelage.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De Raad stelt vast dat de minister de aanvraag van [geïntimeerde] om een schaarstetoelage in overeenstemming met het daarover vastgestelde beleid heeft afgewezen. Vaststaat immers dat de functies van medewerkers van de SVB niet onder het beleid vallen. Met de afwijzing van het verzoek van [geïntimeerde] heeft de minister zijn beleid dan ook consistent toegepast. Dat de directeur van de SVB een aantal medewerkers op grond van zijn eigen afwegingen een toelage in verband met schaarste heeft toegekend staat hier los van.
4.2.
Uit 4.1 volgt dat het hoger beroep slaagt, zodat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Raad van Beroep:
  • vernietigtde aangevallen uitspraak;
  • verklaarthet bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gewezen door mr. W.H. Bel, voorzitter, en mr. A.H.M. van de Leur en mr. A.P. van der Pluijm-Vrede, leden, en uitgesproken in het openbaar op
15 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.