In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 15 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek om schaarstetoelage door de minister van Toerisme en Volksgezondheid. De appellant, de minister, had eerder een verzoek van de geïntimeerde, een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), afgewezen. De medewerker had verzocht om een maandelijkse schaarstetoelage van 15% van zijn salaris, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014, op basis van de schaarstetoelageregeling. De minister stelde echter dat de SVB niet onder deze regeling valt en dat de directeur van de SVB onterecht schaarstetoelagen had toegekend aan andere medewerkers.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken had de afwijzing van de minister eerder vernietigd, omdat het niet gemotiveerd was waarom de functie van de geïntimeerde niet in aanmerking kwam voor de toelage. De Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de minister gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van het Gerecht vernietigd. De Raad oordeelde dat de minister de aanvraag van de geïntimeerde in overeenstemming met het beleid had afgewezen, aangezien de functies van SVB-medewerkers niet onder het beleid vallen. De Raad concludeerde dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat de toekenning door de directeur van de SVB niet relevant was voor deze zaak. De Raad heeft de uitspraak van het Gerecht vernietigd en het bezwaar van de geïntimeerde ongegrond verklaard.