In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 juli 2023 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van verzoekster, die eerder niet-ontvankelijk was verklaard in haar hoger beroep tegen een ontslagbesluit van de Regering van Curaçao. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.B. Louisa, had in eerste instantie haar hoger beroep te laat ingesteld, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring door de voorzitter van de Raad op 14 december 2022. Verzoekster stelde echter dat zij door ernstige psychische problemen niet in staat was om tijdig te reageren en dat haar zoon, die als curator was aangesteld, de uitspraak niet direct had gelezen.
De Raad heeft het herzieningsverzoek behandeld op 14 juli 2023, waarbij verzoekster en haar zoon aanwezig waren. De Raad heeft vastgesteld dat de informatie die verzoekster heeft overgelegd over haar psychische toestand en de context waarin haar zoon als curator moest handelen, niet eerder bekend was bij de Raad. De Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding voor het instellen van het hoger beroep verschoonbaar was, gezien de omstandigheden van verzoekster en de rol van haar zoon.
Uiteindelijk heeft de Raad het herzieningsverzoek toegewezen, de eerdere beschikking van de voorzitter vernietigd en het hoger beroep ontvankelijk verklaard. De zaak wordt hervat in de stand waarin zij zich bevond, wat betekent dat verzoekster opnieuw de kans krijgt om haar zaak te bepleiten.