ECLI:NL:ORBAACM:2022:91

Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
AUA2021H00105
Instantie
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.A.A.G. Vermeulen
  • J. Sybesma
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen ontslag op grond van overschrijding van de bezwaartermijn

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die in beroep is gegaan tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De appellant, werkzaam bij de Dienst Gevangeniswezen Aruba, had op 11 juni 2018 een landsbesluit ontvangen waarin hem met ingang van 17 maart 2017 eervol ontslag werd verleend op basis van artikel 98, eerste lid, aanhef en onder h, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma). Appellant maakte op 27 november 2020 bezwaar tegen dit landsbesluit, maar het Gerecht verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De appellant stelde dat de reden voor de termijnoverschrijding lag in het feit dat zijn juridisch adviseur het bezwaarschrift nog moest opstellen, maar het Gerecht oordeelde dat deze reden niet tot verschoonbaarheid leidde.

In hoger beroep heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken de zaak behandeld op 20 september 2022, waarbij de appellant niet aanwezig was. De Raad heeft de argumenten van de appellant en de geïntimeerde, de Gouverneur van Aruba, overwogen. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak van het Gerecht juist is en bevestigt deze. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 12 oktober 2022
Zaaknummer: AUA2021H00105

RAAD VAN BEROEP

IN AMBTENARENZAKEN
VAN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant],
wonend in Aruba,
appellant,
procederend in persoon,
tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba (Gerecht) van
11 januari 2021, nr. GAZA AUA202003022 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
appellant
en
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan, werkzaam bij de Directie Wetgeving en Juridische Zaken.

Procesverloop

Bij landsbesluit van 11 juni 2018 (Landsbesluit) is aan appellant met ingang van 17 maart 2017 eervol ontslag verleend op grond van artikel 98, eerste lid, aanhef en onder h, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma).
Bij de aangevallen uitspraak heeft het Gerecht het door appellant tegen het Landsbesluit gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen de aangevallen uitspraak hoger beroep ingesteld.
Geïntimeerde heeft een contramemorie ingediend.
De Raad heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 september 2022, waar appellant niet is verschenen. Geïntimeerde heeft zich daar doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De Raad gaat uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant is werkzaam geweest bij de Dienst Gevangeniswezen Aruba (DgwA). Hem is bij het Landsbesluit ontslag verleend op grond van het willekeurig verbreken van het dienstverband als voorzien in artikel 98, eerste lid, aanhef en onder h, van de Lma. Appellant heeft op 26 augustus 2020 getekend voor de ontvangst van het Landsbesluit.
1.2.
Op 27 november 2020 heeft appellant bezwaar gemaakt tegen het Landsbesluit.
2. Het Gerecht heeft bij de aangevallen uitspraak dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De door appellant aangevoerde reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift, te weten dat zijn juridisch adviseur het bezwaarschrift nog moest opstellen, leidt naar het oordeel van het Gerecht niet tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding.
3. Appellant kan zich niet verenigen met die uitspraak.
3.1.
Hij heeft gesteld dat het niet aan hem te wijten is dat het bestreden Landsbesluit van de kant van geïntimeerde pas na twee jaar aan hem is uitgereikt. In die omstandigheid ziet hij een grond voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding,
3.2.
Appellant heeft nog enkele opmerkingen gemaakt over de inhoudelijke kant van zijn zaak.
4. Geïntimeerde verenigt zich met de aangevallen uitspraak en bepleit bevestiging daarvan. Van zijn kant is opgemerkt dat appellant niet heeft onderbouwd waarom hij niet in staat was tijdig een bezwaarschrift in te dienen.
5. De Raad kan zich geheel vinden in de overwegingen en de beslissing van het Gerecht en maakt die tot de zijne. De in hoger beroep door appellante daartegen gerichte grieven treffen geen doel.
5.1.
De slotsom is dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
6. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De Raad van Beroep:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gewezen door mr. H.A.A.G. Vermeulen, voorzitter, en mrs. J. Sybesma en A.H.M. van de Leur, leden, en is in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022