Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[Appellant]
19 mei 2021, CUR20200829 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van appellant om vergoeding van medische kosten na een dienstongeval. Appellant, die op 8 mei 2000 tijdens werktijd viel en schouderklachten overhield, had eerder een verzoek ingediend bij de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening van Curaçao. De minister had het verzoek afgewezen op basis van het ontbreken van een geneeskundige verklaring die de noodzaak van de behandelingen aantoonde.
Appellant had in zijn verzoek een factuur van orthopeed/traumatoloog F uit de Dominicaanse Republiek bijgevoegd, waarin de kosten van behandelingen tussen 2001 en 2008 werden gespecificeerd. De minister had echter geoordeeld dat appellant niet had aangetoond dat deze behandelingen medisch noodzakelijk waren. Tijdens de zitting op 12 augustus 2022 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, maar de Raad oordeelde dat hij geen medische verklaringen had overgelegd die de noodzaak van de behandelingen onderbouwden.
De Raad concludeerde dat appellant niet had voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van de kosten en bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao, die het bezwaar van appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking kwamen.