Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[Appellante]
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
mr. P. Klik, leden, uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een Medewerker Grensbewaking die door de Regering van Curaçao is ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. Appellante, die meer dan 25 jaar in dienst was, heeft op 24 en 26 mei 2019 vrouwelijke passagiers ingeklaard die niet voldeden aan de toelatingsvereisten voor Curaçao. Ondanks dat deze passagiers niet over het vereiste bedrag van USD 500,- beschikten, heeft appellante op de ED-kaarten vermeld dat zij dit bedrag wel bij zich hadden. Dit leidde tot een disciplinair onderzoek en uiteindelijk tot het ontslag van appellante per 1 juni 2020. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao verklaarde het bezwaar van appellante tegen het ontslag ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken oordeelt dat appellante, gezien haar ervaring en lange dienstverband, zich bewust had moeten zijn van de risico's van haar handelen. De Raad bevestigt dat de Regering in redelijkheid tot ontslag heeft kunnen overgaan, gezien de ernst van het plichtsverzuim en de mogelijke gevolgen voor de samenleving. Appellante had moeten beseffen dat haar handelen kon bijdragen aan mensensmokkel en dat haar integriteit als ambtenaar in het geding was. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.