In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Curaçao op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de Regering van Curaçao. De zaak betreft een verzoek van de betrokkene om zijn toetredingsdatum tot het Algemeen Pensioenfonds van Curaçao (APC) te wijzigen van 1 september 1998 naar 12 september 1997. De Regering had eerder het verzoek van betrokkene afgewezen en ook het bezwaar tegen deze afwijzing was door de Regering niet gehonoreerd. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao had in een eerdere uitspraak het bezwaar van betrokkene gegrond verklaard en de besluiten van de Regering nietig verklaard. De Regering heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 25 februari 2022 was de Regering niet vertegenwoordigd, terwijl betrokkene wel aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. B.L. Lie Atjam. De Raad heeft vastgesteld dat de Regering onbevoegd heeft gehandeld door het besluit van 30 augustus 2017 te nemen. Het bestuur van het APC is bevoegd om te beslissen op het verzoek van betrokkene. De Raad heeft de Regering verzocht om de besluitvorming door het bestuur van het APC te bevorderen, aangezien er tot op heden geen bevoegd genomen beslissing is geweest in verband met het hoger beroep.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van het Gerecht bevestigd en de Regering veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan betrokkene, tot een bedrag van NAf 1.400,-, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit proces-verbaal is opgemaakt door de voorzitter, mr. W.H. Bel, en de griffier, mr. M.F.G. Maes.