In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Curaçao op 9 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een bezwaar dat door appellante, de Regering van Curaçao, was ingediend. De zaak betreft een ontslagbesluit van de Regering, dat op 25 oktober 2019 was genomen en op 15 november 2019 aan appellante was medegedeeld. Appellante heeft op 17 december 2019 bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het buiten de termijn was ingediend. Appellante stelde dat zij op 16 december 2019 om 20:50 uur een pro forma bezwaarschrift had gemaild naar het e-mailadres frontoffice@caribjustitia.org, maar dit e-mailadres bleek niet meer in gebruik te zijn.
De Raad heeft vastgesteld dat het e-mailbericht van appellante niet door het Gerecht is ontvangen, omdat het e-mailadres niet correct was. Het onderzoek heeft uitgewezen dat het juiste e-mailadres voor indiening van bezwaarschriften focur@caribjustitia.org was. De Raad oordeelde dat het gebruik van een onjuist e-mailadres voor risico van appellante komt en dat zij het verzuim niet heeft hersteld door het bezwaarschrift naar het juiste adres te sturen. De beroepsgrond van appellante werd verworpen, en de Raad bevestigde de uitspraak van het Gerecht.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de Raad, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.