Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[Appellante]
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Procesverloop
Overwegingen
a. Het omgaan met personen waarvan u weet dat die zich bezig houden met criminele activiteiten”,uitvoerig uiteengezet dat dit ziet op de contacten die appellante destijds had met enerzijds een persoon die gedetineerd is geweest en van wie appellante weet dat hij een crimineel verleden heeft, en anderzijds met een op dat moment gedetineerd persoon. Het Gerecht heeft er dan ook van uit kunnen gaan dat geïntimeerde appellante verwijt dat zij omgaat met personen met een crimineel verleden. De Raad volgt appellante niet in de beperkte betekenis die appellante geeft aan de omschrijving van het gedrag in het bestreden besluit, omdat dit louter ziet op een semantische omschrijving van dit gedrag, waaraan in dit verband geen betekenis toekomt.
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.