Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[appellant],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
- verklaarthet hoger beroep
ongegrond; - wijsthet verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
af.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 1 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Regering van Curaçao. De appellant, die op 1 maart 2010 vervroegd is uitgetreden als ambtenaar, had verzocht om benoeming met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002 in de functie van senior beleidsmedewerker. Dit verzoek was eerder afgewezen door de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening, en het administratieve beroep daartegen was niet-ontvankelijk verklaard. De Raad bevestigde dat het benoemingsbesluit formele rechtskracht heeft verkregen, omdat er geen rechtsmiddel tegen was ingesteld en er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren aangevoerd die een andere beslissing rechtvaardigden. De Raad oordeelde dat de argumenten van de appellant niet konden worden aangemerkt als nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, en dat het enkele feit dat de verzoeken op verschillende ingangsdata betrekking hadden, niet voldoende was om het eerdere besluit te herzien. De Raad verklaarde het hoger beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.