Uitspraak
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr 1951)
RAAD VAN BEROEP
[appellant],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieagent die door de Regering van Curaçao is ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.O. Gomes, had zijn ambtelijke verplichtingen niet nageleefd en zich schuldig gemaakt aan misbruik van zijn positie als VIP-beveiliger. Dit leidde tot het smokkelen van goederen zonder de juiste invoerrechten te betalen. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft de eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken bevestigd, waarin het bezwaar van de appellant tegen zijn schorsing niet-ontvankelijk werd verklaard en het bezwaar tegen het strafontslag ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat de feiten voldoende waren vastgesteld en dat de disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was. De Raad benadrukte dat aan politieambtenaren hoge eisen worden gesteld op het gebied van betrouwbaarheid en integriteit, vooral in verantwoordelijkheden zoals persoonsbeveiliging. De appellant had de kans om zijn gedrag te verantwoorden, maar bleef de beschuldigingen ontkennen. De Raad concludeerde dat het gedrag van de appellant als hoogst onbetrouwbaar moest worden aangemerkt, wat leidde tot de bevestiging van het ontslag.