Uitspraak
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr 1951)
RAAD VAN BEROEP
[appellant]
de Minister van Justitie,
Procesverloop
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Justitie tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao. De zaak betreft een geschil over de proceskostenvergoeding na een bezwaar dat door de appellant, de Minister van Justitie, was ingetrokken. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de plaatsing van een ambtenaar in de functie van Tactisch Rechercheur, maar trok dit bezwaar in nadat de ambtenaar was benoemd tot Senior Tactisch Rechercheur LEC. De appellant verzocht vervolgens om vergoeding van de proceskosten, maar het Gerecht verklaarde zich onbevoegd om hierover te oordelen.
De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken oordeelde dat het bezwaar van de appellant op grond van artikel 80, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr) was ingetrokken en dat het Gerecht daarom niet bevoegd was om te beslissen over de proceskostenvergoeding. De Raad bevestigde dat er geen bepaling in de RAr is die een overeenkomstige toepassing van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) mogelijk maakt voor de proceskostenvergoeding. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak van het Gerecht kon worden bevestigd en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding in hoger beroep.