In deze Arubaanse zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een ontslagbesluit van de Gouverneur van Aruba. Appellant, die sinds 13 mei 2009 vrijstelling van dienst wegens ziekte had, werd op 1 oktober 2015 eervol ontslagen wegens medische ongeschiktheid. Het Gerecht in Ambtenarenzaken had het bezwaar van appellant tegen dit ontslag ongegrond verklaard. De Raad oordeelde echter dat de medische ongeschiktheid niet op zorgvuldige wijze was vastgesteld, zoals vereist door de wet. De Raad benadrukte dat de omstandigheid dat appellant op een bepaald moment niet duurzaam arbeidsongeschikt was, niet betekent dat hij op een eerder moment wel duurzaam arbeidsongeschikt was. De Raad concludeerde dat het ontslagbesluit in strijd was met artikel 98 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) en vernietigde het besluit. Tevens werd het land Aruba veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellant, die in totaal Afl. 2.800,- bedroegen, ter dekking van de kosten voor rechtsbijstand.