Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[…],
de Staten van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao, die op 24 juli 2014 haar bezwaar tegen een plaatsingsaanbod ongegrond verklaarde. De appellante, die van februari 2009 tot 10 oktober 2010 griffier was van de Staten van de Nederlandse Antillen, betwistte de beslissing van de geïntimeerde, die het bezwaar tegen het plaatsingsaanbod van 12 augustus 2010 had afgewezen. De Raad voor de Rechtspraak behandelt de zaak en overweegt dat de appellante geen recht had op een aanbod voor de functie van griffier van de Staten van Curaçao na de staatkundige hervormingen van 10 oktober 2010. De Raad concludeert dat de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (Rar) en het Sociaal Statuut van het Land Curaçao (SSC) niet vereisen dat de geïntimeerde de appellante een functie aanbood, omdat de Staten geen onderdeel uitmaken van de nieuwe bestuurlijke organisatie. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst de verzoeken van de appellante af, inclusief de schadevergoeding. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter en twee leden.