Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[…],
de Minister van Sociale Zaken, Arbeid en Welzijn (SOAW),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die ontheven is uit zijn functie van Interim Secretaris Generaal bij het Ministerie van Sociale Zaken, Arbeid en Welzijn (SOAW) in Curaçao. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (RvBAz) heeft op 16 november 2017 uitspraak gedaan. De appellant was ontheven uit zijn functie per 2 oktober 2013, met behoud van bezoldiging tot het einde van zijn interim contract in december 2013. Het Gerecht in Ambtenarenzaken had eerder het bezwaar van de appellant gegrond verklaard en de beslissing van de Minister vernietigd, zonder dat er een vervangende beslissing hoefde te worden genomen. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad heeft de zaak op 20 september 2017 behandeld. De appellant betoogde dat er een beschermende norm moest worden gecreëerd om een lacune in de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (Lma) op te vullen, zodat bij een vierde aaneensluitende tijdelijke aanstelling er rechtens geacht moest worden dat er een vaste aanstelling tot stand was gekomen. De Raad oordeelde echter dat de ambtenarenrechter zich terughoudend moet opstellen en dat er geen strijdigheid was met hogere regelgeving of algemeen rechtsbeginsel die een noodvoorziening vereiste. De Raad kon geen verdragsbepaling aanwijzen die de conversie verplichtte en oordeelde dat arbeidsovereenkomsten en ambtenaren aanstellingen niet gelijkgesteld konden worden.
De Raad concludeerde dat er geen rechtsvormende taak was voor de ambtenarenrechter en dat een wijziging van de Lma alleen via de wetgever kon plaatsvinden. Het betoog van de appellant faalde, evenals zijn verzoek om schadevergoeding. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond.