ECLI:NL:OGHNAA:2010:BP1173
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontvankelijkheid door te late betaling griffiegeld
In deze Arubaanse zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 14 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de appellant, die in eerste aanleg was veroordeeld. De appellant had op 30 september 2009 een akte van hoger beroep ingediend, maar het griffiegeld was te laat betaald. Volgens artikel 270 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vervalt het hoger beroep indien het griffierecht niet tijdig is voldaan. De griffier had het griffierecht op 11 november 2009 getaxeerd op Afl. 1.500,-, maar de betaling vond pas op 23 november 2009 plaats, wat te laat was. Hierdoor werd het hoger beroep als vervallen beschouwd, en de grieven behoefden geen verdere beoordeling.
De appellant kreeg echter de gelegenheid om zich uit te laten over de mogelijkheid dat zijn gemachtigde een rekening-courant bij de griffie had, wat de situatie zou kunnen veranderen. Het Hof heeft de zaak naar de rolzitting van 18 januari 2011 verwezen voor deze uitlating. De beslissing om het hoger beroep als vervallen te beschouwen, werd genomen in het licht van de strikte handhaving van de regeling omtrent griffierechten, die sinds 1 augustus 2009 van kracht was. De uitspraak werd gedaan door de rechters J. de Boer, P.E. de Kort en H.J. van Kooten, en is openbaar uitgesproken in Aruba.