ECLI:NL:OGHNAA:2010:BP1152

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
10 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR 245/08-H-38/10
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van hoger beroep door te late betaling griffierecht

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap AIRPORT CASINO MANAGEMENT N.V. (ACM) hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, gewezen op 21 september 2009. ACM was voorheen gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, en is thans appellante. De andere partij, HATO VASTGOED N.V. (Hato), was voorheen eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, en is thans geïntimeerde. Beide partijen hebben hun standpunten uiteengezet in memorie van grieven en antwoord, waarbij ACM heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en Hato tot bevestiging ervan.

De procedure heeft geleid tot de vraag of ACM ontvankelijk was in haar hoger beroep. Het Hof heeft vastgesteld dat ACM op 22 september 2009 haar akte van appel heeft ingediend, maar het griffierecht pas op 23 november 2009 heeft betaald. Volgens artikel 270 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) had ACM het griffierecht uiterlijk op 3 november 2009 moeten betalen. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft het Hof geoordeeld dat het hoger beroep is vervallen.

De grieven van ACM behoeven aldus geen verdere beoordeling. Het Hof heeft ACM veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Hato, die zijn begroot op NAF. 315,50 voor de kosten van betekening van de memorie van antwoord en NAF. 8.800,- voor het salaris van de gemachtigde. De uitspraak is gedaan op 10 augustus 2010, ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

UITSPRAAK: 10 augustus 2010
ZAAKNR.: AR 245/08-H-38/10
HET GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE
NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Vonnis in de zaak van:
De naamloze vennootschap AIRPORT CASINO MANAGEMENT N.V. (hierna ACM),
gevestigd op Curaçao,
voorheen gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, thans appellante,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
tegen
de naamloze vennootschap HATO VASTGOED N.V. (hierna Hato),
gevestigd op Curaçao,
voorheen eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. A.C. Small en P. Dingemanse.
1. Verloop van de procedure
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (verder: het GEA) wordt verwezen naar het tussen partijen in deze zaak gewezen vonnis van 21 september 2009. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
ACM is in hoger beroep gekomen van dit vonnis door indiening op 22 september 2009 van een daartoe strekkende akte ter griffie van het GEA. Zij heeft bij op 23 november 2009 genomen memorie van grieven vijf grieven aangevoerd en toegelicht en heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel tot afwijzing van de vorderingen zoals door Hato ingesteld, met veroordeling van Hato, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van beide instanties.
Hato heeft geantwoord bij op 18 januari 2010 ingediende memorie en heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van ACM althans tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep, met veroordeling van ACM in de proceskosten.
Op de nader voor pleidooi bepaalde dag hebben partijen pleitaantekeningen overgelegd, waarna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
2. Ontvankelijkheid
ACM heeft op 22 september 2009 haar akte van appel bij de griffie van het GEA ingediend. Dit betekent dat zij op de voet van art. 271 Rv bevoegd was om tot en met 3 november 2009 een memorie van grieven in te dienen. Dit brengt weer met zich dat zij op grond van art. 270 lid 5 Rv uiterlijk op 3 november 2009 het griffierecht had moeten betalen. Zij heeft dit griffierecht pas op 23 november 2009 betaald (en heeft ook pas toen de memorie van grieven genomen), zodat het hoger beroep op de voet van art. 270 lid 5 Rv is vervallen.
De grieven behoeven aldus geen beoordeling en ACM wordt veroordeeld in de aan de zijde van Hato gerezen proceskosten.
BESLISSING:
Het Hof:
verstaat dat het hoger beroep is vervallen;
draagt de griffier op de aantekening van het hoger beroep in het algemeen register door te halen;
veroordeelt ACM in de aan de zijde van Hato gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op NAF. 315,50 kosten betekening memorie van antwoord en NAF. 8.800,- voor salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.R. Sijmonsma, H.L. Wattel en E.M. van der Bunt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 10 augustus 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.