ECLI:NL:OGHNAA:2010:BO4547
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van artikel IX van huurcontract en tussentijdse opzegging door Girobank
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, staat de uitleg van artikel IX van een huurcontract centraal. De vraag die aan de orde is, is of het voor Girobank, de appellante, zo onaannemelijk was dat een tussentijdse opzegging voor haar openstond. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij op 19 juli 2010 uitspraak werd gedaan. De partijen in deze procedure zijn de naamloze vennootschap GIROBANK N.V., gevestigd op Curaçao, en de naamloze vennootschap BELT RESTAURANTS N.V., eveneens gevestigd op Curaçao. De gemachtigden van de partijen zijn respectievelijk mr. R.J.M. van Eps voor Girobank en mr. M.W.J.H. Welten voor Belt Restaurants.
De procedure begon met een tussenvonnis van het Hof op 13 mei 2008, waarin het Hof een voorlopig oordeel gaf over de uitleg van het huurcontract. In de daaropvolgende maanden hebben beide partijen verschillende akten ingediend, waaronder verzoeken tot bewijslevering en getuigenverhoren. Op 2 februari 2009 zijn getuigen gehoord, en de resultaten hiervan zijn in de beoordeling meegenomen.
Het Hof concludeert dat de verhuurster, Belt, gebruik heeft gemaakt van een standaardcontract en dat er wijzigingen zijn aangebracht door de directeur van Belt, die geen jurist is. Dit roept de vraag op of Girobank had moeten begrijpen dat een tussentijdse opzegging mogelijk was. Het Hof merkt op dat er eerder overeenstemming was bereikt over een schikking, maar dat deze niet is doorgegaan vanwege de betrokkenheid van andere partijen.
In de uitspraak geeft het Hof partijen de gelegenheid om opnieuw te proberen de zaak te schikken, nu er nieuwe rechthebbenden zijn. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen, en partijen worden uitgenodigd om een akte uitlating regeling in te dienen voor de zitting van 24 augustus 2010.