ECLI:NL:OGHNAA:2010:BO0094

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
1 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HAR-151/2010
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om inzage in het volledige strafdossier door veroordeelde

Op 1 oktober 2010 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba uitspraak gedaan in een verzoek van de veroordeelde om inzage in zijn volledige strafdossier. De veroordeelde, geboren in 1959 op Curaçao en thans gedetineerd op Sint Maarten, was eerder veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. In zijn verzoek stelde hij dat hij niet in staat was gesteld om cassatieberoep aan te tekenen, omdat hij geen inzage had gekregen in zijn strafdossier, met uitzondering van het arrest van de Hoge Raad. De raadsvrouwe had eerder ook al geprobeerd inzage te krijgen, maar het dossier was toen niet te vinden.

Het Hof oordeelde dat de veroordeelde al dan niet inzage had kunnen krijgen tijdens de behandelingen van zijn strafzaak. Het Hof stelde vast dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat het belang van een goede strafrechtsbedeling een dringende voorziening noodzakelijk maakte. De veroordeelde had geen nieuwe feiten aangedragen die de noodzaak van inzage in het dossier konden onderbouwen. Daarom werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om inzage.

De beschikking werd gegeven na de behandeling van het beroep in raadkamer op 29 september 2010, waarbij de veroordeelde, zijn gemachtigde en de procureur-generaal aanwezig waren. De procureur-generaal had geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring. De beslissing werd op 1 oktober 2010 door het Hof bekendgemaakt.

Uitspraak

Nummer HAR-151/2010
Uitspraak 1 oktober 2010
HET GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
BESCHIKKING
gegeven op het op 19 augustus 2010 ter griffie ingediende verzoek ex art. 43 van het wetboek van Strafvordering ingesteld zijdens
[veroordeelde] (hierna de veroordeelde),
geboren op [datum] 1959 op Curaçao,
thans alhier gedetineerd op Sint Maarten.
1. Het onderzoek van de zaak
Deze beschikking is gegeven naar aanleiding van de behandeling van het beroep in raadkamer op 29 september 2010 op Sint Maarten. Verschenen en gehoord zijn de veroordeelde, zijn gemachtigde mr. H.M. van Rossum en de procureur-generaal mr. A.C. van der Schans, die tot niet-ontvankelijkverklaring heeft geconcludeerd. Beschikking is aangezegd en bepaald op heden.
2 De feiten
De feiten voor zover relevant zijn als volgt. De veroordeelde is door het Hof alhier bij vonnis van 9 januari 2001 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Bij arrest van 18 december 2001, nr. 02077/01 A, heeft de Hoge Raad de veroordeelde niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep.
De veroordeelde verzoekt thans, samengevat, inzage in het volledige strafdossier, inclusief uitspraken, processen-verbaal van terechtzittingen en betekeningsexploten omdat, kort gezegd, hij niet in staat zou zijn gesteld om cassatieberoep aan te tekenen en cassatiemiddelen voor te stellen en omdat, zie onder 8 van zijn verzoek, hem geen enkel stuk van zijn cassatie, behalve het arrest van de Hoge Raad, zou zijn uitgereikt.
3. De beoordeling
Om ontvankelijk te zijn in een op de voet van art. 43 Sv ingediend verzoek dient er in elk geval sprake te zijn van een geval, waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt.
Wat dat betreft heeft de raadsvrouwe tijdens de behandeling van het verzoek verklaard enkele jaren geleden aan het Hof inzage in het dossier van de veroordeelde te hebben gevraagd. Haar is toen meegedeeld dat het dossier niet is te vinden. Ook uit de bij het verzoek gevoegde bijlage drie, een schrijven van de raadsvrouwe van 11 augustus 2009 aan de President van dit Hof, blijkt dat de veroordeelde al lange tijd probeert inzage in zijn strafdossier te krijgen. De veroordeelde is dus al enige jaren bezig om inzage in zijn strafdossier te verkrijgen, een inzage die hij al heeft gehad of kunnen hebben tijdens de behandelingen van zijn strafzaak. De veroordeelde heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd, en het Hof heeft dergelijke feiten of omstandigheden evenmin kunnen vaststellen, op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een geval, waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt, zodat de veroordeelde alleen al daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.
DE BESLISSING
Het Hof:
verklaart veroordeelde niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven op 1 oktober 2010 op Sint Maarten door mrs. J.R. Sijmonsma, P.E. de Kort en J.P. de Haan, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.