ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL4103
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontbinding arbeidsovereenkomst tussen Antillean Paint en werknemer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarbij een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst is gedaan. De appellante, Antillean Paint (Sint Maarten) N.V., was van mening dat het GEA ten onrechte had geconcludeerd dat er nog een arbeidsovereenkomst bestond tussen partijen. Het Hof oordeelt dat in beginsel tegen een beschikking tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst geen appel mogelijk is, maar dat dit beginsel kan worden doorbroken als de appellant kan aantonen dat de rechter buiten het toepassingsbereik van het ontbindingsartikel is getreden of fundamentele rechtsbeginselen heeft geschonden. Het Hof begrijpt dat Antillean Paint meent dat het GEA dit heeft gedaan, en daarom kan zij in haar appel worden ontvangen.
De procedure begon met een verzoek van Antillean Paint tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onder de voorwaarde dat de Hoge Raad een eerdere uitspraak zou bevestigen en dat het ontslag op staande voet nietig zou worden verklaard. Het Hof concludeert dat de vraag of de arbeidsovereenkomst nog bestaat niet hoeft te worden beantwoord, omdat het GEA niet buiten het bereik van het ontbindingsartikel is getreden. Het beroep van Antillean Paint wordt verworpen, en zij wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van de werknemer, die zijn kosten op NAF 5.100,- heeft begroot.
De uitspraak werd gedaan op 29 januari 2010 door de leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.