ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL0376

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
21 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
H-140/2009
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldigverklaring van verdachte voor gewelddadige diefstal met vuurwapen op Curaçao

In deze zaak, die werd behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, is de verdachte op 21 januari 2010 schuldig bevonden aan gewelddadige diefstal. De feiten dateren van 28 maart 2009, toen de verdachte samen met anderen een handtas heeft weggenomen van de slachtoffers, [L.S.] en [J.K.], op het eiland Curaçao. De handtas bevatte een bedrag van 50 NAF en een mobiele telefoon van het merk Samsung. De diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, waarbij de verdachte een vuurwapen heeft getoond en gericht op de slachtoffers.

De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. In hoger beroep werd het vonnis van de eerste aanleg bevestigd, met enkele aanpassingen in de bewezenverklaring en kwalificatie van de feiten. Het Hof oordeelde dat de verdediging van de verdachte, dat hij geen vuurwapen kon hebben gericht op het slachtoffer, niet opging. De verklaringen van de slachtoffers en de omstandigheden van de zaak gaven voldoende aanleiding voor de bewezenverklaring van de feiten.

Het Hof heeft de overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, gebaseerd op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De beslissing van het Hof werd genomen na zorgvuldige overweging van de vordering van de procureur-generaal en de argumenten van de verdediging. Het vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en de zaak is van groot belang voor de rechtspraktijk op Curaçao, gezien de ernst van de gepleegde feiten.

Uitspraak

Zaaknummer: H-140/2009
Parketnummer: 500.00329/09
Uitspraak: 21 januari 2010
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
S T R A F V O N N I S
gewezen in het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 15 juli 2009
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [datum] 1971 op Curaçao,
wonende op Curaçao, thans alhier gedetineerd.
<u>Het onderzoek van de zaak</u>
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2009, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van dat in hoger beroep van 5 november 2009 en 14 januari 2010 op Curaçao.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. M. Lieuw Kie Song naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
<u>De tenlastelegging</u>
Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1.
dat hij op of omstreeks 28 maart 2009, althans in of omstreeks de maand maart 2009, het eiland Curaçao tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van [L.S.] en./of [J.K.] heeft weggenomen een handtas (inhoudende een bedrag van naf. 50,-- en/of een mobiele telefoon merk Samsung), althans enige goederen geheel of ten dele toebehorende aan die [L.S.] en/of [J.K.], in elk geval aan anderen of een nader dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), welk diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [L.S.] en/of [J.K.] gepleegd door hem, verdachte, en/of zijn mededaders met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zich en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, bestaande dat geweld en/of bedreiging met geweld hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) opzettelijk (met kracht) een schoudertas van die [L.S.] en/of [J.K.] heeft/hebben weggerukt en/of vuurwapen te voorschijn heeft gehaald en/of dat vuurwapen op die [L.S.] en/of [J.K.] heeft gericht.
(artikel 325 Wetboek van Strafrecht)
2.
dat hij op of omstreeks 28 maart 2009, althans in de maand maart 2009 op het eiland Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, voorhanden heeft gehad een vuurwapen en/of munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.
(art 3 jo 11 Vuurwapenverordening 1930)
<u>Het vonnis waarvan beroep</u>
Het vonnis waarvan beroep kan worden bevestigd omdat het Hof zich daarmee verenigt, behoudens ten aanzien van de bewezenverklaring en de kwalificatie ten aanzien van feit 1 en de bewijsconstructie ten aanzien van beide feiten en met dien verstande dat het Hof de bewijsoverwegingen zal aanvullen.
<u>Bewezenverklaring ten aanzien van feit 1</u>
Wettig en overtuigend wordt bewezen geacht hetgeen aan de verdachte onder 1 ten laste is gelegd, met dien verstande:
dat hij op 28 maart 2009 <i>op</i> het eiland Curaçao met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een handtas (inhoudende een bedrag van <i>NAF</i>. 50,-- en een mobiele telefoon merk Samsung), welk<i>e</i> diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [L.S.] en [J.K.] gepleegd door hem, verdachte, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken bestaande dat geweld en <i>die</i> bedreiging met geweld hierin dat hij, verdachte, opzettelijk (met kracht) een schoudertas van die [L.S.] heeft weggerukt en <i>een</i> vuurwapen te voorschijn heeft gehaald en dat vuurwapen op die [L.S.] en [J.K.] heeft gericht.
Het Hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 meer of anders is tenlastegelegd zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd (<i>cursief</i>). Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
<u>De bewijsmiddelen</u>
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
<u>Aanvullende bewijsoverweging</u>
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte geen vuurwapen kan hebben gericht op het vrouwelijke slachtoffer, nu zij heeft verklaard dat de dader haar aan beide handen vasthield ten einde haar damestas weg te kunnen rukken. Verdachte kan haar niet met beide armen hebben vastgehouden en aan haar tas hebben getrokken en tegelijkertijd een vuurwapen op haar hebben gericht. Dit alles zou namelijk niet met twee armen hebben gekund, aldus de raadsman.
Het Hof volgt de raadsman niet in dit betoog. Uit de verklaring van het vrouwelijke slachtoffer volgt immers niet dat de dader tegelijkertijd het vuurwapen op haar heeft gericht en haar heeft vastgepakt. Wat er ook zij van de precieze wijze waarop verdachte het vrouwelijke slachtoffer heeft vastgepakt, dit doet er niet aan af dat het Hof overtuigd is door de bewijsmiddelen.
<u>Kwalificatie van feit 1</u>
Het bewezene onder 1 levert op:
diefstal, voorafgaande en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 325 juncto 323 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.
BESLISSING
Het Hof:
Bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 15 juli 2009 met verbetering van de bewezenverklaring en de kwalificatie en met verbetering en aanvulling van de gronden.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.P. de Haan, E.A. Saleh en G.C.C. Lewin, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 21 januari 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.