ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL0351
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verlof onder elektronisch toezicht door gedetineerde met strafblad
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 18 januari 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om verlof onder elektronisch toezicht. De verzoeker, geboren op Curaçao in 1975 en thans gedetineerd in de Bon Futuro gevangenis, had op 21 december 2009 een vordering in kort geding ingediend. Hij verzocht het Land de Nederlandse Antillen te bevelen hem onder elektronisch toezicht te stellen, met verbeurte van een dwangsom en veroordeling in de kosten van de procedure. Het verzoek werd behandeld in raadkamer op 12 januari 2010, waarbij de verzoeker, zijn raadsman mr. E.B. Wilsoe, en de (waarnemend) procureur-generaal mr. A.C. van der Schans aanwezig waren.
De achtergrond van het verzoek ligt in een eerdere veroordeling van de verzoeker op 25 september 2007 tot zeven jaar gevangenisstraf voor onder andere diefstal met geweld en vuurwapenbezit. Het cassatieberoep tegen deze veroordeling werd door de Hoge Raad verworpen op 27 januari 2009. De Minister van Justitie had op 10 december 2009 het verzoek om verlof onder elektronisch toezicht afgewezen, met de overweging dat de verzoeker niet voldoende voorbereid was op terugkeer in de maatschappij, gezien zijn strafblad en gebrek aan initiatief tot resocialisatie.
Het Hof oordeelde dat de Minister van Justitie in redelijkheid tot deze afwijzing kon komen. Het Hof benadrukte dat de Minister een ruime beslisvrijheid heeft en dat het Hof terughoudend dient te toetsen. De ernst van de feiten waarvoor verzoeker was veroordeeld, in combinatie met zijn strafrechtelijk verleden, leidde tot de conclusie dat er onvoldoende feiten waren die ten voordele van verzoeker strekten. Het Hof wees het verzoek af, waarmee de beschikking van de Minister van Justitie in stand bleef.