3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist stelt het Hof tussen partijen de volgende feiten vast, deels in aanvulling op hetgeen het GEA bij vonnis van 12 mei 2008 onder 2 heeft vastgesteld:
a. Wijlen [erflater] (hierna: [erflater]) was bij leven in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met [appellante]. Volgens [geintimeerde] was [erflater] haar biologische vader.
b. Op 20 januari 1993 heeft [erflater] als gevolmachtigde van [geintimeerde] een perceel grond aan de Boulevard Julio A. Abraham op Bonaire, kadastraal bekend als afdeling 4, sectie F, nummer [x], groot 737 m2 (kennelijk ook bekend als Kaya Hernandad z/n en als Kaya Italia z/n, hierna: perceel [x]) in erfpacht aangenomen van het eilandgebied Bonaire (hierna: het eilandgebied). De jaarlijkse erfpachtscanon is (in elk geval tot begin 2007) telkens door [erflater] en [appellante] betaald.
c. Medio 1993 zijn [erflater] en [appellante] begonnen met de bouw van een huis op perceel [x]. Het huis is later uitgebreid. De met bouw, uitbreiding en reparatie gemoeide kosten bedragen NAF. 155.960,06. Deze zijn door [erflater] en [appellante] gedragen. [erflater] en [appellante] hebben in het huis gewoond.
d. Op 21 maart 1994 heeft [erflater] als gevolmachtigde van [geintimeerde] het recht van erfpacht op een perceel grond gelegen te Tera Corra op Bonaire, kadastraal bekend als afdeling 4, sectie G, nummer 406, groot 804 m2, plaatselijk bekend als Kaya Hulanda z/n (hierna: perceel 406) ten titel van koop overgedragen gekregen van [E.M.], tante aan moederszijde van [geintimeerde].
e. Op 23 mei 1996 heeft [erflater] als gevolmachtigde van [geintimeerde] recht van hypotheek verleend aan MCB Bank op het erfpachtsrecht op perceel [x]. Op diezelfde dag heeft [appellante] een perceel grond met daarop staand huis op Bonaire, kadastraal bekend als afdeling 4, sectie D, nummer [y], groot 358 m2, plaatselijk bekend als Kaya Sabana 2 (hierna: perceel [y]) in eigendom verkregen en recht van hypotheek daarop verleend aan MCB Bank. Deze rechten van hypotheek zijn verleend tot zekerheid van terugbetaling van aan [erflater] en [appellante] verstrekte geldleningen.
f. Op 21 november 1996 hebben [appellante], [erflater] pro se en [erflater] als gevolmachtigde van [geintimeerde] recht van hypotheek verleend aan Rabohypotheekbank N.V. op de percelen [x] en [y]. Ook deze rechten van hypotheek zijn verleend tot zekerheid van terugbetaling van aan [erflater] en [appellante] verstrekte geldleningen.
g. De hypotheeklasten en verzekeringspremies ter zake van voornoemde leningen zijn steeds door [erflater] en [appellante] betaald.
h. Op 11 mei 2000 heeft [appellante] perceel [y] verkocht aan een derde. Met de opbrengst is een geldlening van Rabohypotheekbank aan [erflater] en [appellante] afgelost en is op een tweede geldlening van Rabohypotheekbank aan [erflater] en [appellante] een extra aflossing gedaan.
i. Met ingang van 1 juni 2000 is het op perceel [x] staande pand gedurende dertien maanden verhuurd geweest aan het eilandgebied. Een Landsbesluit van 3 april 2001 dienaangaande vermeldt [erflater] als verhuurder.
j. Bij huurovereenkomst van 22 maart 2004 is het op perceel [x] staande pand opnieuw verhuurd aan het eilandgebied. Het huurcontract vermeldt [erflater] als verhuurder. De verhuuropbrengsten zijn aangewend om de hypotheeklasten van [erflater] en [appellante] te betalen.
k. Op 15 februari 2007 is [erflater] overleden. Zijn enige erfgename is [appellante].
l. Bij schrijven van 26 februari 2007 heeft [geintimeerde] middels haar gemachtigde het eilandgebied verzocht de huur voor het pand op perceel [x] voortaan aan haar over te maken. Aan dit verzoek heeft het eilandgebied voldaan.
m. Blijkens een taxatierapport van 26 maart 2007 bedraagt de marktwaarde van perceel [x] en het daarop gebouwde NAF. 350.000,- en de grondwaarde van het perceel NAF. 25.000,-.
n. Op 15 mei 2009 heeft [geintimeerde] het recht van erfpacht op perceel [x] overgedragen aan een derde, in overeenstemming met een tussen [geintimeerde] en [appellante] op 8 mei 2009 bereikte schikking in een kort geding betreffende de opheffing van een ten verzoeke van [appellante] gelegd beslag.