ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN8851

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 068/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om machtiging voorhanden hebben vuurwapen

In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek om een machtiging voor het voorhanden hebben van een vuurwapen. De appellant, een beveiligingsmedewerker, had een verzoek ingediend bij de gezaghebber van Sint Maarten, die dit verzoek op 12 februari 2009 afwees. De appellant en de naamloze vennootschap Babitbay Beach Hotel N.V. gingen in hoger beroep tegen deze beslissing. Het Gerecht in eerste aanleg verklaarde het beroep van de appellant niet-ontvankelijk en dat van Babitbay ongegrond. Hierop hebben beide partijen hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.

Het Hof oordeelde dat het Gerecht ten onrechte had geoordeeld dat de appellant geen belanghebbende was bij de beschikking van de gezaghebber. Het Hof stelde vast dat de appellant, als degene aan wie de machtiging zou worden verleend, wel degelijk belanghebbende was. Het Hof oordeelde verder dat de gezaghebber de bevoegdheid had om de machtiging te weigeren, maar dat dit een uitzondering was en dat de gezaghebber niet verplicht was om de machtiging te verlenen. Het Hof concludeerde dat de gezaghebber in redelijkheid tot de conclusie had kunnen komen dat het algemeen belang bij het beperken van vuurwapenbezit zwaarder woog dan het belang van de appellant.

Uiteindelijk verklaarde het Hof het hoger beroep van de appellant gegrond, voor zover het ging om de niet-ontvankelijkheid van zijn beroep, en vernietigde de uitspraak van het Gerecht in dat opzicht. Het beroep van Babitbay werd ongegrond verklaard. Het Hof gelastte bovendien dat het Land de Nederlandse Antillen het griffierecht aan de appellanten vergoedde. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 18 december 2009.

Uitspraak

HLAR 068/09
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
1. [...], wonend op Sint Maarten,
2. de naamloze vennootschap Babitbay Beach Hotel N.V.,
gevestigd op Sint Maarten,
appellanten,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 12 mei 2009 in zaak nr. 2009/022 in het geding tussen:
appellanten
en
het plaatselijk hoofd van politie van het Eilandgebied Sint Maarten.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 12 februari 2009 heeft de gezaghebber van het Eilandgebied Sint Maarten als plaatselijk hoofd van politie (hierna: de gezaghebber) een verzoek van appellant sub 2 (hierna: Babitbay) om aan appellant sub 1 (hierna: […]) een machtiging tot het voorhanden hebben van een vuurwapen te verlenen afgewezen.
Bij uitspraak van 12 mei 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, (hierna: het Gerecht) het door […] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk en het door Babitbay ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben […] en Babitbay bij brief, bij het Hof ingekomen op 17 juni 2009, hoger beroep ingesteld.
De gezaghebber heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 oktober 2009, waar […] en Babitbay, vertegenwoordigd door mr. M. Le Poole, advocaat, en de gezaghebber, vertegenwoordigd door mrs. R.F. Gibson en T.L. Leijsen, beiden advocaat, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening 1930, voor zover thans van belang, is het verboden een vuurwapen of munitie voorhanden te hebben, behoudens de uitzonderingen in het volgende lid genoemd.
Ingevolge dat volgende lid, aanhef en onder 5, komt de bevoegdheid om een vuurwapen voorhanden te hebben slechts toe aan hem die het wapen voorhanden heeft met schriftelijke algemene of bijzondere machtiging van het betrokken plaatselijk hoofd van politie. Aan de machtiging kunnen voorwaarden worden verbonden. Zij wordt alleen verleend, voor zover enig redelijk belang dat vordert en misbruik van de machtiging of van het vuurwapen niet is te vrezen. Zij kan tot bepaalde tijden en plaatsen worden beperkt.
2.2. […] en Babitbay betogen dat het Gerecht, door te overwegen dat […] geen belanghebbende bij de beschikking van 12 februari 2009 is, heeft miskend dat een vuurwapenmachtiging uitsluitend aan een natuurlijke persoon kan worden verleend en […] door die beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen, omdat hij door het verlenen van de gevraagde machtiging beter in staat zal zijn om zijn taken als beveiligingsmedewerker te vervullen.
2.2.1. […] is, als degene aan wie de verzochte machtiging verleend zou worden, belanghebbende bij die beschikking. Het Gerecht heeft het beroep, voor zover door hem ingesteld, ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van rechtstreeks belang. Ook overigens is daarvoor geen grond. In zoverre slaagt het betoog.
2.3. […] en Babitbay betogen voorts dat het Gerecht, door te overwegen dat de gezaghebber aan het algemeen belang bij het terugdringen van het bezit en de circulatie van vuurwapens ter bevordering van de veiligheid van burgers en de staat groter gewicht mocht hechten dan aan dat bij het verlenen van de machtiging, heeft miskend dat overheidsmaatregelen ter bevordering van die veiligheid niet of nauwelijks effect sorteren, het hotel en casino zich op een voor criminaliteit gevoelige locatie bevinden en in het recente verleden herhaaldelijk doelwit van gewapende overvallen en inbraken zijn geweest, de criminaliteitsbestrijding door de politie op Sint Maarten onder de maat is, […], gezien zijn persoon en achtergrond, zonder risico voor misbruik een vuurwapen voorhanden kan hebben en de gezaghebber de gevraagde machtiging zo nodig ook onder beperkingen had kunnen verlenen.
2.3.1. Artikel 3, tweede lid, aanhef en onder 5, van de Vuurwapenverordening 1930 moet zo worden gelezen, dat het de gezaghebber vrijstaat machtiging te weigeren, indien hij oordeelt dat het belang bij het terugdringen van het bezit en de circulatie van vuurwapens groter is dan dat bij het voorhanden mogen hebben van zodanig wapen. Daarvoor is van belang dat verlening volgens die bepaling uitzondering is en de gezaghebber niet verplicht is tot het verlenen van de machtiging, indien enig belang het vordert, maar daartoe de bevoegdheid heeft. Het Gerecht diende derhalve te onderzoeken of het in beroep aangevoerde aanleiding was voor de conclusie dat de gezaghebber in redelijkheid niet tot het oordeel heeft kunnen komen dat het algemeen belang bij het zoveel mogelijk beperken van de aanwezigheid en circulatie van vuurwapens prevaleert boven dat bij het voorhanden mogen hebben van zodanig wapen door […].
Dat overheidsmaatregelen om het illegale bezit van vuurwapens tegen te gaan ter bevordering van de veiligheid, naar Babitbay stelt, niet of nauwelijks effect sorteren, heeft het Gerecht, wat daar ook van zij, met juistheid onvoldoende geacht voor die conclusie. Dat de gezaghebber aan de gevraagde machtiging beperkingen zou hebben kunnen verbinden, indien zij zou zijn verleend, maakt dat niet anders.
Het betoog faalt.
2.4. Het hoger beroep is, voor zover door […] ingesteld, gegrond. De uitspraak van het Gerecht dient te worden vernietigd, voor zover het door hem ingestelde beroep daarbij niet-ontvankelijk is verklaard. Doende hetgeen het Gerecht zou behoren te doen, zal het Hof dat beroep alsnog ongegrond verklaren. Het hoger beroep, voor zover door Babitbay ingesteld, is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 12 mei 2009 in zaak nr. 2009/022 gegrond, voor zover het door […] ingestelde beroep tegen de beschikking van 12 februari 2009 daarbij niet-ontvankelijk is verklaard;
II. vernietigt die uitspraak in zoverre;
III. verklaart dat beroep ongegrond;
IV. bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
V. gelast dat het Land de Nederlandse Antillen aan […] en de naamloze venootschap Babitbay Beach Hotel N.V. het door hen voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Naf. 300,00 (zegge: driehonderd gulden) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,