ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN6674

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 044/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om medische behandeling in het buitenland door het Uitvoeringsorgaan

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gaat het om een hoger beroep van een appellant die een verzoek heeft ingediend voor een medische behandeling in een specifieke kliniek in Colombia. Het Uitvoeringsorgaan, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering, heeft dit verzoek afgewezen en in plaats daarvan een andere kliniek in Bogota aangewezen, met als argument dat deze instelling de minste kosten met zich meebrengt en dat er een contractsrelatie mee bestaat. De appellant was van mening dat de afwijzing onterecht was, omdat de door hem gewenste behandeling in de kliniek in Cali noodzakelijk was volgens zijn medisch specialist.

Het Hof heeft de eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg bevestigd, waarin werd geoordeeld dat het Uitvoeringsorgaan terecht had besloten dat de behandeling in de door hen aangewezen kliniek in Bogota de beste optie was. Het Hof oordeelde dat de argumenten van de appellant niet voldoende waren om de beslissing van het Uitvoeringsorgaan te weerleggen. De appellant had niet aangetoond dat de afwijzing van zijn verzoek onterecht was, en het Hof concludeerde dat het Uitvoeringsorgaan zich aan de wettelijke bepalingen had gehouden. De uitspraak benadrukt het belang van de kostenoverwegingen en de contractuele relaties die het Uitvoeringsorgaan moet maken bij het aanwijzen van zorginstellingen voor verzekerden.

De uitspraak werd gedaan op 18 december 2009, en het Hof bevestigde de eerdere beslissing zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling. De zaak illustreert de uitdagingen waarmee verzekerden worden geconfronteerd bij het aanvragen van zorg buiten hun eigen land, vooral wanneer kosten en contractuele verplichtingen een rol spelen.

Uitspraak

HLAR 044/09
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Aruba,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 4 februari 2009, in zaak nr. 2010 van 2008 in het geding tussen:
appellant
en
het Uitvoeringsorgaan, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 20 november 2006 heeft het Uitvoeringsorgaan, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering, (hierna: het Uitvoeringsorgaan) een verzoek van appellant (hierna: [appellant]) om een door hem gewenste behandeling in een door hem gewenste medische instelling buiten Aruba afgewezen.
Bij beschikking van 7 mei 2008 heeft het Uitvoeringsorgaan het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 februari 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het daartegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 17 maart 2009, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Uitvoeringsorgaan heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 november 2009 waar [appellant], bijgestaan door R.M. [appellant], en het Uitvoeringsorgaan, vertegenwoordigd door mr. S.E. van Spall, werkzaam in zijn dienst, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 11 van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (hierna: de LvAZV), voor zover thans van belang, heeft een verzekerde aanspraak op door een medisch specialist te verlenen, voor hem noodzakelijke genees- en heelkundige hulp, wat betreft de omvang en de vorm bepaald door hetgeen in de kring van de beroepsgenoten gebruikelijk is, een en ander voor zover de zorg wordt verleend op verwijzing door de huisarts op wiens naam betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven.
Ingevolge artikel 25, eerste lid, doet het Uitvoeringsorgaan de verzekerde behandelen in een instelling in één van de landen Nederland, de Verenigde Staten van Noord-Amerika, Colombia of Venezuela, die voor het Fonds de minste kosten met zich brengt, indien door het Uitvoeringsorgaan is vastgesteld dat de aanspraak van een verzekerde op een behandeling niet in Aruba verwezenlijkt kan worden. Het regelt vervolgens al de organisatorische en financiële aspecten van de reis, het verblijf en de behandeling in de door het Uitvoeringsorgaan aangewezen instelling.
Ingevolge het tweede lid stelt de verzekerde, indien hij niet behandeld wenst te worden in de instelling, bedoeld in het eerste lid, het Uitvoeringsorgaan daarvan in kennis. Het Uitvoeringsorgaan geeft hem vervolgens een keuze uit één instelling in elk van de overige in het eerste lid genoemde landen, met dien verstande dat de verzekerde zich tevoren schriftelijk zal moeten verplichten akkoord te zijn met het feit dat het uitvoeringsorgaan na zijn terugkeer in Aruba slechts het bedrag vergoedt dat ten behoeve van zijn behandeling uit het Fonds betaald zou zijn aan de ingevolge het eerste lid door het uitvoeringsorgaan aangewezen instelling. In een geval als bedoeld in de tweede volzin, zal de verzekerde zelf alle organisatorische en financiële aspecten van reis, verblijf en behandeling moeten verzorgen.
2.2. Het verzoek ziet op een operatie in het Centro Medico Imbanaco te Cali (Colombia). Bij de beschikking van 20 november 2006 heeft het Uitvoeringsorgaan dat afgewezen en bepaald dat [appellant] een neurochirurgische evaluatie zal kunnen krijgen en zo nodig een operatie die zal kunnen plaatsvinden in de Clinica Palermo te Bogota (Colombia).
2.3. [Appellant] betoogt dat het Gerecht heeft miskend dat de door het Uitvoeringsorgaan aan die beschikking ten grondslag gelegde motivering dat neurochirurgische evaluatie en zo nodig operatie in een geval als dit in de kring van beroepsgenoten gebruikelijk is, onjuist is.
2.3.1. Het Uitvoeringsorgaan heeft zijn oordeel dat een neurochirurgische evaluatie en zo nodig een operatie in een geval als dit in de kring van beroepsgenoten gebruikelijk is, gebaseerd op een advies van die strekking van de uit drie artsen bestaande Commissie Grensoverschrijdende Zorg van 27 september 2006.
In hetgeen door [appellant] in beroep is aangevoerd, heeft het Gerecht terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het Uitvoeringsorgaan dat niet mocht. Dat de medisch specialist van de kliniek te Cali, dr. Llanos, een operatie voor [appellant] noodzakelijk acht, is daarvoor onvoldoende.
Het betoog faalt.
2.4. [Appellant] betoogt voorts dat het Gerecht heeft miskend dat de beschikking van 7 mei 2008 onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd, omdat daaruit niet blijkt dat een medische behandeling in voormelde kliniek te Bogota de minste kosten met zich brengt, althans dat het Uitvoeringsorgaan in dit geval aan zijn gezondheidsbelangen ten onrechte geen doorslaggevend gewicht heeft toegekend.
2.4.1. Dit betoog faalt evenzeer. Bij de beschikking van 7 mei 2008 heeft het Uitvoeringsorgaan zich op het standpunt gesteld dat verblijf en behandeling in voormelde instelling te Bogota de minste kosten met zich brengt, aangezien het met deze instelling een contractsrelatie heeft. In hetgeen [appellant] in beroep heeft aangevoerd, heeft het Gerecht terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat het Uitvoeringsorgaan zich niet op dat standpunt mocht stellen. Onder deze omstandigheden was het Uitvoeringsorgaan ingevolge artikel 25, eerste en tweede lid, van de LvAZV gehouden voormelde instelling te Bogota aan te wijzen, zoals het heeft gedaan en slaagt het betoog ten aanzien van de gezondheidsbelangen van [appellant] niet.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,