ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN6059
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om gehandicaptenuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze Arubaanse zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 18 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek om een gehandicaptenuitkering door de Minister van Sociale Zaken. De appellant, die in Aruba woont, had eerder een verzoek ingediend dat op 22 juni 2007 door de minister werd afgewezen. Dit besluit werd later door de minister bevestigd in een beschikking van 15 april 2008, waartegen de appellant bezwaar maakte. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba verklaarde het bezwaar ongegrond in een uitspraak van 18 februari 2009. De appellant ging hiertegen in hoger beroep.
De minister baseerde zijn afwijzing op een rapport van een keuringsarts, waarin werd gesteld dat de appellant als gevolg van zijn beperkingen slechts gedeeltelijk en tijdelijk arbeidsongeschikt was. De appellant voerde aan dat hij in juli 2008 geheel en blijvend arbeidsongeschikt was verklaard, maar het Hof oordeelde dat deze verklaring geen grond bood voor een ander oordeel, aangezien deze na de beschikking van 15 april 2008 was afgegeven. Het Hof concludeerde dat de minister zich terecht op het standpunt had gesteld dat de appellant niet geheel en blijvend arbeidsongeschikt was, en dat de keuringsarts zijn beoordeling op juiste wijze had uitgevoerd.
Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de voorzitter en de leden van het Hof aanwezig waren, evenals de griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de beslissing.