ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN0565

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 032/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering vergunning voor paardenrennen en weddenschappen door bestuurscollege

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 18 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao om een vergunning te verlenen aan Coral Games N.V. voor het organiseren van paardenrennen en de daaraan verbonden weddenschappen. De vergunning was geweigerd bij beschikking van 27 juni 2008, en het beroepschrift van Coral Games werd niet-ontvankelijk verklaard door het Gerecht in eerste aanleg op 26 februari 2009, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Coral Games stelde dat de termijnoverschrijding het gevolg was van bijzondere omstandigheden, maar het Hof oordeelde dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 2 juli 2008 was aangevangen, en dat de indiening op 13 augustus 2008 niet tijdig was.

Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht, waarbij werd overwogen dat de beschikking op 1 juli 2008 aan de gemachtigden van Coral Games was uitgereikt. Het Hof oordeelde dat de omstandigheid dat de beschikking aan een secretaresse was uitgereikt, niet afdoet aan de geldigheid van de uitreiking. Bovendien was 2 juli 2008 een nationale feestdag, maar dit had geen invloed op de aanvang van de termijn voor het indienen van het beroepschrift. Het Hof concludeerde dat Coral Games niet had aangetoond dat de termijnoverschrijding het gevolg was van niet aan haar toe te rekenen bijzondere omstandigheden. De uitspraak van het Gerecht werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

HLAR 032/09
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap Coral Games N.V.,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 26 februari 2009 in zaak nr. 2008/98 in het geding tussen:
appellante
en
het bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 27 juni 2008 heeft het bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao (hierna: het bestuurscollege) geweigerd appellante (hierna: Coral Games) vergunning te verlenen voor het organiseren van paardenrennen en de daaraan verbonden weddenschappen.
Bij uitspraak van 26 februari 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, (hierna: het Gerecht) het door Coral Games daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Coral Games bij brief, bij het Hof ingekomen op 8 april 2009, hoger beroep ingesteld.
Het bestuurscollege heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 november 2009, waar Coral Games, vertegenwoordigd door mr. J.E. Lovert, advocaat, en het bestuurscollege, vertegenwoordigd door mr. A.M. Getrouw, ambtenaar in dienst van het Eilandgebied Curaçao, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) wordt een in die landsverordening gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of een feestdag eindigt, verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of feestdag is.
Ingevolge artikel 16, eerste lid, voor zover thans van belang, wordt het beroepschrift ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is gegeven.
Ingevolge het tweede lid geldt de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt als de dag waarop deze is gegeven.
Ingevolge het derde lid blijft, wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, niet ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien de indiener aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan hem toe te rekenen bijzondere omstandigheden en dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
2.2. Het Gerecht heeft overwogen dat de beschikking van 27 juni 2008 op 1 juli 2008 aan de gemachtigden van Coral Games is uitgereikt en de termijn voor het indienen van een beroepschrift op 2 juli 2008 is aangevangen en op 12 augustus 2008 is geëindigd. Omdat Coral Games het beroepschrift op 13 augustus 2008 heeft ingediend en gesteld noch gebleken is dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan haar toe te rekenen bijzondere omstandigheden, heeft het het daarbij ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
2.3. Coral Games betoogt dat het Gerecht aldus ten onrechte heeft aangenomen dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift op 2 juli 2008 is aangevangen, nu de beschikking van 27 juni 2008 weliswaar aan een secretaresse, werkzaam op het kantoor van haar gemachtigden, is uitgereikt, doch deze niet bevoegd was om die beschikking namens die gemachtigden in ontvangst te nemen en voorts 2 juli 2008 een nationale feestdag was.
2.3.1. Omdat niet in geschil is dat de desbetreffende secretaresse de beschikking op 1 juli 2008 in ontvangst heeft genomen en de omstandigheid dat deze dat, als gesteld, niet mocht doen, er niet aan afdoet dat de beschikking aldus is uitgereikt in de zin van artikel 16, tweede lid, van de Lar, geeft het aangevoerde geen grond voor het oordeel dat het Gerecht ten onrechte heeft aangenomen dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift, gesteld in artikel 16, eerste lid, van de Lar, op 2 juli 2008 is aangevangen. Dat die dag een feestdag was, maakt dat niet anders, omdat het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Lar niet op de aanvang van de voor het maken van bezwaar gestelde termijn ziet.
Het betoog faalt.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van het Gerecht wordt bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. P. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,