ECLI:NL:OGHNAA:2009:BM9562
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in vreemdelingenzaak
In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, is het hoger beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling had geen beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de minister van Vreemdelingenzaken, waarin een verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf was afgewezen. De minister had op 20 september 2007 het verzoek van de werkgeefster om de vreemdeling een vergunning te verlenen afgewezen. Dit besluit werd door de minister op 20 maart 2008 bevestigd, waarbij het bezwaar van de werkgeefster ongegrond werd verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 3 december 2008, waarin het beroep van de werkgeefster gegrond werd verklaard en de beschikking van de minister werd vernietigd.
Het Hof heeft vastgesteld dat de vreemdeling tegen de beschikking van 20 maart 2008 geen beroep heeft ingesteld. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die rechtvaardigen dat haar dit niet kan worden verweten. Hierdoor was de vreemdeling niet in staat om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van 3 december 2008. Het Hof heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder in te gaan op de inhoudelijke argumenten die door de vreemdeling naar voren zijn gebracht. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 18 december 2009. De zaak werd behandeld door een collegiaal Hof, met H.L. Wattel als voorzitter en R.W.L. Loeb en A.W.M. Bijloos als leden, bijgestaan door griffier N.M. Martinez.