ECLI:NL:OGHNAA:2009:BK8029
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van vordering van voormalig ambtenaar tegen het Land Aruba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, ging het om de vraag of de geïntimeerde, een voormalig ambtenaar, ontvankelijk was in haar vordering tegen het Land Aruba. De zaak is ontstaan uit een hoger beroep dat het Land heeft ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) van 11 juni 2008. Het Land stelde dat de geïntimeerde zich tot de ambtenarenrechter had moeten wenden en niet tot de civiele rechter. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, voerde aan dat haar vordering betrekking had op een incasso en dat deze ook op basis van onrechtmatige daad kon worden ingediend.
Het Hof oordeelde dat de grief van het Land slaagde. Het Hof stelde vast dat de geïntimeerde, op basis van haar dienstverband als ambtenaar, recht had op een uitkering ingevolge de Landsverordening uitkering vrijwillige uitdiensttreding. De wetgeving bepaalde dat zij een bezwaarschrift kon indienen bij de ambtenarenrechter, die bevoegd was om te oordelen over de weigering van de Gouverneur om de uitkering te betalen. Het Hof concludeerde dat er voor de geïntimeerde een andere rechtsgang openstond met voldoende waarborgen, waardoor zij niet-ontvankelijk verklaard moest worden in haar vordering bij de civiele rechter.
Uiteindelijk vernietigde het Hof het vonnis waarvan beroep en verklaarde het de geïntimeerde niet-ontvankelijk in haar vordering. Tevens werd zij veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Dit vonnis werd uitgesproken op 17 november 2009 in aanwezigheid van de griffier.